Boekverslag : A. Roland Holst - Deirdre En De Zonen Van Usnach
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1522 woorden.

A. Roland Holst, Deirdre en de zonen van Usnach






Deirdre en de zonen van Usnach


Auteur A. Roland Holst


Eerste druk 1920


Aantal pagina’s 79 bladzijden





Biografische gegevens


A. Roland Holst was een romantische dichter. Hij schreef zijn boeken in het begin van de

twintigste eeuw. Hij voelde zich sterk aangetrokken door de kracht van de menselijke geest

die de helden uit de Keltische en Griekse sagen hadden. In de eerste helft van de

twintigste eeuw kwam de industrie snel op, mensen trokken naar de steden en gingen op in

de massa. Hij voelde zich erg machteloos. De mens kon volgens hem niets meer inbrengen

tegen de wil van de massa waartoe hij behoorde. Ook de techniek zag hij als een bedreiging

voor de menselijke kracht van de geest. In het boek Deirdre en de zonen van Usnach komt

het verlangen van de schrijver om te vluchten uit de werkelijkheid naar boven. In het boek

gebruikt hij hiervoor een eiland waar alleen maar geluk heerst.





Genre


Deirdre en de zonen van Usnach is een dichterlijke uitbeelding van een oude Ierse sage.





Titelverklaring


De schrijver koos voor de bovenstaande titel omdat Deirdre de hoofdfiguur is in het boek

en de zonen van Usnach de daarna belangrijkste figuren zijn.





Thema & Motieven


Het boek gaat over het lot, in Deirdre’s geval het noodlot waar niet aan te ontkomen

valt. Het boek gaat over de machteloosheid van de mens die het lot niet kan veranderen.

Het leidmotief dat steeds weer terug komt zijn de voorspellingen voor de toekomst.





Personages


Deirdre is een ongelofelijke schoonheid (“Haar schoonheid dwong begeerte tot ontzag

en vrees.”), en heeft blond haar. Ze voelt bepaalde dingen die gaan gebeuren, meestal

door middel van voorspellende dromen. Ze lijkt voor degenen die zij ontmoet bijna niet van

de aarde te kunnen komen, het lijkt alsof ze met haar gedachten heel ergens anders is.

Deirdre is een heel irrationeel persoon.





Fedlime is de harpspeler van de koning en de vader van Deirdre. Samen met zijn vrouw

leefde hij vanaf de zwangerschap van zijn vrouw in voortdurende angst. Ze waren bang dat

de voorspellingen van de druïde Alele, aangaande Deirdre (“Bloed en vuur zullen door

het hart van het rijk gaan.”) zullen uitkomen. In het zevende levensjaar van zijn

dochter besluit hij haar mee te geven aan Lavarcham in de hoop dat de voorspelling niet

uit komt.





Lavarcham is de oude verzorgster van Deirdre, ze heeft Deirdre vanaf haar zevende jaar

alleen verzorgd. Ze kende de voorspellingen van de druïde, daarom nam zij Deirdre mee

naar een afgelegen toren in het woud.





Koning Concobar Mac Nessa is heerser over Ulster en een oude man. Hij is al een tijd

lang eenzaam en wil daarom dat Deirdre zijn vrouw wordt.





Noisa is de oudste van de zonen van Usnach, hij is een dromer met zwart haar en een wit

gelaat. Tussen hem en Deirdre is het liefde op het eerste gezicht. Soms heeft hij heimwee

naar zijn vroegere kasteelleven, maar praat hier niet meer over omdat Deirdre het niet

wil.





Ardaan en Anla zijn de broers van Noisa. Zij zweren hem en Deirdre te beschermen tegen

de wereld. Ze gaan daarom altijd met Noisa en Deirdre mee.





Fergus is een oude strijder en een goede vriend van de zonen van Usnach. Hij heeft twee

zonen. Hij wordt als boodschapper naar de zonen van Usnach gezonden door koning Concobar,

maar deze gebruikt hem zonder dat Fergus het weet om wraak te nemen.





Gelba is een van de gasten op het feest van de koning, hij gaat stiekem kijken hoe het

met Deirdre gaat en raakt daarbij een oog kwijt.





Sencha is de zoon van druïde Alele die de voorspellingen over Deirdre deed. Hij is

harpspeler voor de koning.





Perspektief


Het boek wordt ingeleid door een verteller, deze komt later nog een keer aan het woord als

hij het tweede hoofdstuk inleidt. De verteller vertelt het hele verhaal uit alwetend

perspektief.





Tijd


Het verhaal speelt zich denk ik af in de Middeleeuwen, er zijn ridders en er is een

koning. Ook was er nog geen buskruit. Wel waren er zwaarden.


Het verhaal wordt chronologisch verteld, er worden echter wel vooruitwijzingen gebruikt,

door de verschillende personen bijvoorbeeld de toekomst te laten zien. Ook wordt in het

begin van het verhaal vooruitgewezen door de druïde die voorspellingen doet over het

leven van Deirdre.





Plaats


Het verhaal speelt zich af in Ierland en op een eiland bij Schotland. In Ierland groeit

Deirdre op in een afgelegen toren, ze is zich niet bewust dat er andere mensen bestaan.

Als ze heeft gehoord over Noisa en hem ziet weet ze bijna instinctief wat ze moet doen. In

Schotland leven Deirdre en de zonen van Usnach op een eiland. Ze gingen op het eiland

wonen nadat ze zich op het vaste land van Schotland bedreigd voelden. Op het eiland voelde

Deirdre zich zeven jaar lang gelukkig maar toen Fergus kwam kreeg ze voorspellende dromen

en een ongerust gevoel.





Technische Zaken


Het boek heeft vier hoofdstukken.


1. De vlucht


2. De terugkeer


3. Het verraad


4. Het einde





Stroming


Het boek is een romantisch werk, het boek is een manier voor de schrijver om de dagelijkse

rationele wereld, die in de jaren twintig zo belangrijk was, van zich af te zetten. De

schrijver benadrukt in dit boek heel sterk het gevoel. Het hele boek bestaat eigenlijk uit

allerlei gevoelens/ voorgevoelens. Vooral Deirdre lijkt nooit na te denken en alleen maar

aan te voelen.





Eigen mening


Ik vond het boek makkelijk te lezen, er werden korte zinnen gebruikt en het boek was

redelijk spannend. Het verhaal was leuk maar erg onwerkelijk. Vooral de persoon van

Deirdre was vreemd, ze was een volkomen irrationeel wezen. Alles bij elkaar vond ik het

wel een leuk boek.





Samenvatting


Op een avond werd Deirdre geboren, de druïde had voorspeld dat zij het noodlot zou

dragen. De druïde had voorspeld dat zij Deirdre van de Smarten zou heten. Haar ouders

leefden hierdoor in constante angst. Toen Deirdre zeven was gaven Deirdre’s ouders

haar mee aan een kinderloze vrouw genaamd Lavarcham. Zij ging met Deirdre in een verlaten

toren in het woud wonen en zorgde voor haar. Niemand wist van Deirdre’s bestaan af

tot op een stormachtige nacht een verdwaalde jager bij de toren kwam. De jager was in

dienst van de koning en wist dat deze al lang eenzaam was. Hij vond Deirdre de mooiste

vrouw die hij ooit had gezien en ging daarom naar de koning om over haar te vertellen. De

volgende dag ging de koning naar de toren en toen hij Deirdre zag besloot hij dat ze zijn

vrouw zou worden. Hij vertelde Deirdre dat hij haar een jaar later zou komen halen als

zijn bruid.


Deirdre zag een gedood beest in de sneeuw liggen met ernaast een raaf, ze zag het als een

teken aan zichzelf. Ze zei tegen Lavarcham : “Zo zal zijn gelaat zijn, als de sneeuw

van den nacht; zijn haren als die raaf zo zwart, en rood als dat bloed zijn zijn

lippen.” Lavarcham zei dat er maar een zo’n man was in heel Ierland, het was

Noisa de oudste van de zonen van Usnach. Niet lang daarna zag zij de zonen van Usnach, ze

riep Noisa’s naam en hij kwam. Het was liefde op het eerste gezicht. De broers van

Noisa, Anla en Ardaan, beloofden bij het zien van zulk een liefde dat zij Deirdre en Noisa

eeuwig zouden beschermen. De volgende dag gingen Deirdre en de zonen van Usnach per schip

naar Schotland. Hun verblijf daar was echter niet van lange duur, ook de koning van

Schotland wilde Deirdre als vrouw hebben en ze vertrokken. Nu naar een rotsachtig eiland

voor de kust van Schotland. Er wordt verteld dat Deirdre er twee kinderen kreeg, maar wat

er met hen gebeurd is onduidelijk. Op het eiland was Deirdre een tijd lang gelukkig tot

Noisa een keer sprak over zijn vroegere kasteelleven en ze merkte dat hij heimwee had.

Later werd Fergus, een oude vriend van de zonen van Usnach, door de koning van Ierland

naar het eiland waar ze verbleven toegezonden. Fergus dacht dat de koning Noisa had

vergeven maar hij vergiste zich. Zonder dat hij het wist lokt hij Deirdre en de zonen van

Usnach in de val. Deirdre probeerde Noisa ervan te weerhouden het eiland te verlaten omdat

ze een voorspellende droom had gehad. Noisa luisterde niet. Toen het gezelschap in Ierland

aankwam bleek dat ze waren verraden. Fiacha, de zoon van de Ierse koning Concobar, liet

hen de poort niet in. Het gezelschap reed hierop door naar de Roode Burcht, een oude

woning voor krijgslieden. Bij de aankomst van het gezelschap stond Lavarcham op de muren,

ze wist dat Deirdre verraden was. Even later liet de koning haar roepen, ze vertelde hem

dat Deirdre terug was, maar zei dat de jaren Deirdre geen goed hadden gedaan en dat ze

lelijk was geworden. Om te weten te komen of Deirdre nog wel mooi was stuurde Concobar een

van zijn gasten genaamd Gelba erop uit om te kijken. Ondertussen ging het feest bij de

koning door, de harpspeler Sencha, de zoon van de oude druïde, speelde een spotlied over

het verraderlijke gedrag van de koning. Gelba keerde terug, hij had Deirdre gezien, maar

Noisa zag hem, het kostte hem een oog. Gelba vertelde Concobar dat Deirdre de mooiste

vrouw was die hij ooit had gezien. Maar dat ze niet van deze wereld was. De koning vond

echter dat niemand te hoog was voor zijn troon. Daarop brak de strijd uit, Lavarcham en

Sencha bleven alleen achter. De zonen van Usnach werden gedood. Fergus, die de dood van

zijn vrienden wilde wreken, zorgde hierna dat de koning ook ten onder ging. Deirdre ging

nadat zij het graf van Noisa bezocht had naar de zee, daar ging zij liggen en liet de

golven van de zee hun gang gaan, ze stierf een vredige dood. 





Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen