Boekverslag : Pieter Langendijk - Het Wederzijds Huwelijksbedrog
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1813 woorden.

Samenvatting
Zakelijke gegevens
a) Auteur
Pieter Langendijk
b) Titel
Het wederzijds huwelijksbedrog, volledige vertaling; Taal&Teken, Leeuwarden, 1997, 1e druk, 79 blz. (eerste druk oorspronkelijke uitgave 1712 - 1714).
c) Genre
Intrigeblijspel/zedenblijspel, typerend voor het classicisme (het hekelt en moraliseert). Verwikkelingen staan centraal, nl. bepaalde zeden/ normen, opvoeding van het publiek.

Eerste reactie
a) Keuze
Op school in de les hebben we bijna het hele boekje uitgelezen en ik vond het een grappig verhaal en wilde de afloop weten, dus besloot ik om het voor mijn lijst te gaan lezen.
b) Inhoud
Het is een erg grappig boekje, leuk om te lezen, omdat er zoveel onverwachte en grappige dingen gebeuren.

Verdieping
a) Samenvatting
Lodewijk, een verarmd edelman, trekt rond met een verlopen soldaat, Jan. Door valsspelen met de kaart voorzien zij in hun levensonderhoud. Op een dag ontmoet Lodewijk in de Malibaan, in Utrecht, Charlotte, en wordt verliefd op haar. Bovendien verkeert hij in de mening dat zij erg rijk is, en wanneer hij haar dus tot een huwelijk zou kunnen bewegen, zo denkt hij, zal hij er ook financieel weer bovenop zijn. Daarom besluit hij zich uit te geven voor een rijke Poolse graaf met de bedoeling haar te winnen. In werkelijkheid echter is Charlotte al even berooid als hijzelf. Ze leeft met haar moeder Konstance en de meid Klaar in behoeftige omstandigheden. Allang is besloten, dat Charlotte een rijk huwelijk moet doen. Als Lodewijk dus komt opdagen, gaat ze trachten hem in haar netten te vangen. Een bijkomstige omstandigheid is, dat ze ook werkelijk verliefd op hem wordt. Nu worden er van weerskanten enkele komedietjes op touw gezet, die tot doel hebben de andere partij te lokken. Dat lukt heel vlot, maar dan daagt een nieuwe moeilijkheid, want Konstance heeft geen geld om een bruiloft met een graaf te bekostigen, en daarom moet Charlotte zich laten schaken. Geheel onafhankelijk daarvan komt Lodewijk tot de overtuiging dat ook voor hem een schaking de beste oplossing is, want alleen zo zal zijn ware toestand niet voortijdig aan het licht komen. Parallel met deze liefdesgeschiedenis loopt de meer komische van Klaar en Jan. Jan geeft zich uit voor Baron, en Klaar, die helemaal niet verliefd is maar wel zin heeft in een baronessenleven, vliegt er in. Ze laat haar vrijer Hans, een goede jongen, die echter ook al niet vies van een paar ducaten is, er voor schieten.
Maar dan komt Karel, de broer van Charlotte, die kapitein geworden is, ten tonele. Hij herkent de deserteur en paardendief Jan, en dan komt de hele zaak uit. Bovendien biecht ook Karel op aan zijn vrouw, Sofie, die de zus van Lodewijk blijkt te zijn, dat ook zijn familie niet rijk is.
Uiteindelijk vergeeft iedereen elkaar, behalve Jan. Hij loopt weg nadat hij erg boos is geworden op Lodewijk omdat deze hem niet geholpen had toen hij vastgehouden werd wegens het bedrog. En ook Klaar komt bedrogen uit; niemand wil nog met haar trouwen.
Het slot is dat Lodewijk een plaats in het leger krijgt en zijn Charlotte zal kunnen "verdienen". Zelfs Jan krijgt gratieb) Onderzoek van de verhaaltechniek
- Schrijfstijl: het verhaal is geschreven in een beetje oud Nederlands, maar het is goed te lezen. Het lezen wordt ook vergemakkelijkt door de korte zinnen.
- Ruimte (plaats en tijd): Het eerste en het derde bedrijf spelen in Utrecht, voor de huizen van Konstance en de waard, die tegenover elkaar liggen. Het tweede, vierde en vijfde bedrijf spelen in een kamer in het huis van Konstance. De ruimtes worden niet beschreven en zijn dus noch beeldvormend, noch sferisch, noch symbolisch. De vertelde tijd van het verhaal is ongeveer een dag; het begint voor het middaguur en eindigt 's avonds om negen uur. De verteltijd is ongeveer twee uur. Het tijdsverloop
is chronologisch en er vindt geen tijdsverdichting plaats.
- Verhaalfiguren: de hoofdfiguren zijn Lodewijk van Kaalenhuizen (verarmd Utrechts edelman, broer van Sofie) en Charlotte Adelpoort (verarmde adellijke juffrouw, slim). Belangrijke bijpersonen zijn Jan (een gedeserteerde soldaat, vriend van Lodewijk), Konstance Adelpoort (Charlottes moeder), Klaar (de huismeid van Konstance en Charlotte, verloofd met Hans, zus van Fop) en Karel (kapitein in het leger, broer van Charlotte, zoon van Konstance, getrouwd met Sofie).
- Situaties: de situaties volgen elkaar chronologisch op en lopen ook achter elkaar door, er wordt geen tijd overgeslagen
- Vertelwijze: het is een meervoudig personaal verhaal.
c) Op zoek naar de thematiek
- Hoofdgedachte (thema): Het thema van het boek is de tegenstelling tussen schijn en
werkelijkheid, waarheid en leugen. Het laat zien hoe mensen elkiaar voor de gek kunnen houden.
- Typerende teksten en motieven voor het thema: eigenlijk het hele boekje: bedrog om wille van status, rijkdom, geld. Lodewijk doet alsof hij rijk is, omdat hij denkt dat Charlotte erg rijk is en hij wil met haar trouwen. Ook Charlotte doet alsof ze erg rijk is, want ze denkt dat Lodewijk erg rijk is en ze wil met hem trouwen. Bijvoorbeeld: Charlotte doet alsof ze een mooi juweel wil kopen, dat al van haarzelf is. Lodewijk koopt het dan voor haar, zodat het lijkt alsof hij heel rijk is. Zo zit het hele boekje vol met voorbeelden.
- Titelverklaring: iedereen bedriegt iedereen in dit toneelstuk omwille van geld, aanzien en een 'rijk huwelijk'. 'Wederzijds huwelijksbedrog' geldt vooral voor de twee personen waar het verhaal het meest om draait: Lodewijk en Charlotte. Ze doen allebei alsof ze erg rijk zijn, Lodewijk om maar met die rijke Charlotte te kunnen trouwen, en Lodewijk om maar met die rijke Lodewijk te kunnen trouwen. Charlotte doet bijvoorbeeld een keer alsof ze een mooi juweel wil kopen, dat al van haarzelf is. Lodewijk koopt het dan voor haar, zodat het lijkt alsof hij heel rijk is. En er komt iemand die doet alsof hij de pacht komt betalen aan Konstance en Charlotte, terwijl zij zelf in de schulden zitten. En Konstance (Charlotte's moeder) beraamt een schaking van Charlotte, zodat ze haar geen bruidsschat hoeft mee te geven. Ook Jan en Klaar bedriegen elkaar en Klaar bedriegt Hans.
d) Plaats in de literatuurgeschiedenis
- Eerste publicatie: de eerste druk was in 1714.
- Schrijver: Pieter Langenberg werd op 25 juli 1683 in Haarlem geboren en is daar gestorven op 9 juli 1756. Zijn vader had een goedlopend bedrijf, maar toen Pieter zes jaar was, stierf zijn vader. Hierna ging het bedrijf failliet. En door de armoede die toen ontstond kon Pieter zijn opleiding niet afmaken. Al heel vroeg moest Pieter toen al de kost winnen voor zijn moeder en zichzelf. Hij werkte toen als zelfstandig patroontekenaar voor de textielindustrie. Na de dood van zijn moeder trouwde hij, maar dit was een ongelukkig huwelijk en na een tijdje gingen hij en zijn vrouw dan ook uit elkaar. Daarna werd Pieter nog armer en moest toen zelfs sommige van zijn boeken en prenten verkopen. Uiteindelijk werd hij aangewezen op steun van het gemeentebestuur en kreeg een onderkomen aangeboden. Als tegenprestatie moest hij een stadsgeschiedenis van Haarlem schrijven.
Pieter was Nederlands dichter, patroontekenaar, etser en schilder, werd in 1749 dus stadshistorieschrijver van Haarlem. Zijn stadsgeschiedenis is nooit uitgegeven, maar G.W. van Oosten de Bruyn gebruikte het handschrift voor zijn De stad Haarlem en haare geschiedenissen (1765). Langendijk, sedert 1721 factor van de Haarlemse rederijkerskamer 'Trou moet blycken', is vooral belangrijk als blijspeldichter: hij schreef in Frans-classicistische trant stukken die dramatisch-technisch vaak goed in elkaar zaten en heel geestig konden zijn, al bleef hij steken in toneeltypen. Zijn beste stukken zijn Het wederzijds huwelyks bedrog (1714) en De wiskunstenaars of 't Gevlugte juffertje, Kluchtspel (1715). Kort na zijn dood verscheen Xantippe of Het booze wyf des filozoofs Socrates beteugeld, een 'opleiding tot de deugd', het 'allervoornaamste oogmerk van een Blyspel', zoals hij zelf schreef.
- Typerend voor de schrijver: Pieter Langendijk schreef meerdere blijspelen in Frans-classicistische trant. Bijvoorbeeld De Wiskunstenaars of 't Gevlugte juffertje, Kluchtspel etc. Volgens hem was het belangrijkste oogmerk van een blijspel 'opleiding tot de deugd'. Dit is zeer toe te passen op Het wederzijds huwelijksbedrog omdat daar de morele les in zit van de leugen en de waarheid.
- Typerend voor de tijd waarin het ontstaan is: De stroming waarin het boek geschreven is het classicisme. Onder classicisme verstaan we de bewondering voor de klassieke beschaving die in de renaissance opkwam en die zich vooral in de dramatische letterkunde uitte. De classicisten richtten zich op de klassieken, die eenheid van plaats en tijd handhaafden. Ze hadden een strak keurslijf voor het maken van toneelstukken en dat volgen de classicisten nauwkeurig na. Voorbeelden zijn Corneille, Racine en Molière. De navolging van het klassieke schoonheidsideaal betrof zowel de vorm als de inhoud van het werk. In de eerste plaats onderkende men de werking van de rede, vandaar dat het classicisme in zijn latere ontwikkeling in rechtstreeks verband staat met het rationalisme. Een intellectualistische esthetica en poëtica meende dat een kunstwerk aan bepaalde van tevoren opgestelde regels moest voldoen en dat het gevoel steeds door de rede moest worden beheerst. Als voorgeschreven dichtmaat gold de alexandrijn; bepaalde woorden mochten niet worden gebruikt omdat ze niet verheven waren. In de 18de-eeuwse literatuur (classicisme in engere zin) werden de voorschriften maar al te vaak uiterlijk toegepast en trad verstarring op. In de Nederlanden en ook elders volgden de dichters niet meer de klassieken na, maar Franse voorbeelden. Het wederzijds huwelijksbedrog is gescheven in deze Frans-classicistische trant.

Beoordeling
- Positief: De moraal van het boekje is goed. Tenminste, uiteindelijk. Want het is natuurlijk fout dat iedereen elkaar bedriegt. Hoewel dat het verhaal wel erg leuk maakt...
- Negatief: het is natuurlijk slecht dat iedereen elkaar bedriegt. Maar uiteindelijk komt dat goed in de ontknoping.
- Taalgebruik: het is dan wel een beetje oud Nederlands, maar dat is juist leuk, omdat het ook een 'oud' verhaal is. De taal past bij de tijd waarin het gebeurt. Het oud Nederlands bemoeilijkt het lezen verder niet, mede doordat het verhaal in mooie korte zinnen geschreven is.
- Eindoordeel: positief
Esthetisch: ik vind het wel leuk geschreven. De situaties lopen achter elkaar door, daardoor lijkt het verhaal 'echt' Je lijkt het meer zelf mee te maken dan wanneer er allerlei tijdssprongen gemaakt worden. Ik vind het ook leuk in elkaar zitten en de korte zinnen maken het goed leesbaar. Het is wel een beetje jammer opzich dat je je niet echt in de personen kunt verdiepen. Eigenlijk blijven ze allemaal een beetje flat-characters. Omdat je hun achtergronden niet goed weet.
Moreel: aardige moraal: al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel. En vergevingsgezindheid.
Realistisch: niet echt realistisch; het lijkt me best wel onwaarschijnlijk dat zoiets echt gebeurt. Sommige dingen zijn ook wel erg toevallig.
Intentioneel: de bedoeling van de schrijver met het blijspel is denk ik 'opleiden tot een deugd' zoals hij dat zelf noemt. Dat is hem wel aardig gfelukt denk ik, je begrijpt dat hij kenbaar wil maken dat leugens fout zijn en altijd achterhaald worden door de waarheid.
- Aan- of afraden: ik kan het boek aanraden omdat het leuk is om te lezen, omdat er een goede moraal in zit en omdat je het snel uithebt.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen