![]() |
Boekverslag : Leonie Ossowski - Stern Ohne Himmel
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1884 woorden. |
Deel 1: Verhaalanalyse: Algemene informatie over het boek en de schrijver: Titel: Stern Ohne Himmel. Schrijfster: Leonie Ossowski, wat een pseudoniem is. 1e druk: 1958. Zelf gelezen druk: de elfde druk uit 1978. Uitgever: Wilhelm Heyne Verlag, München. Bijzonderheden van mijn uitgave: Er is een nawoord van de schrijfster. Leonie Ossowski is in 1925 in Niederschlesien geboren. Dit is een klein dorp in West-Polen. Na de tweede wereldoorlog en haar echtscheiding schreef ze eerst korte verhalen en de roman 'Stern ohne Himmel'. Hierna heeft ze nog tal van zaken geschreven zoals; films, hoorspelen, romans, en zelfs theaterstukken. Sinds 1972 heeft Leonie Ossowski als reclasseringsambtenaar en maatschappelijk werkster gewerkt. Haar ervaringen heeft ze in het jeugdboek "Die große Flatter" verwerkt. Het schrijven van Leonie Ossowski heeft twee kanten. In haar jeugdboeken beschrijft ze problemen van tegenwoordig. In haar boeken voor volwassenen heeft ze het graag over historische gebeurtenissen. Het doel van Leonie Ossowski is de lezer te laten na denken. Enkele andere boeken van dezelfde schrijfster: Mannheimer Erzähler, Wolfsbeeren, Liebe ist kein Argument. Prijzen die ze gekregen heeft zijn: de Adolf-Grimmepreis in 1980, de Schlesischen Kulturpreis in 1981 en de Schillerpreis der Stadt Mannheim in 1982. Titel, ondertitel en motto: Het boek heet Stern ohne Himmel, wat sterren zonder hemel betekent. Het boek gaat namelijk niet over sterren die 's nachts aan de hemel staan, maar over de ster van een Joodse jongen. Er is geen ondertitel en geen motto. Samenvatting: Het is aan het eind van de oorlog, ergens in de buurt van de oostelijke grens van Duitsland. De meeste mensen vluchten voor het front, dat iedere dag dieper in Duitsland komt te liggen. Vier jongens; Paule, Antek, Zick en Willi zitten op een soort kostschool. Samen met Ruth, een meisje, vinden ze ergens in de half verlaten stad een verlaten voorraadkelder. In die voorraadkelder ontdekken ze een Joodse jongen; Abiram. Ze komen voor een dilemma te staan; Moeten ze deze Joodse jongen, die even oud is als zij aangeven? Ruth is er tegen, maar heeft weinig in te brengen. Ze besluiten voorlopig de jongen niet aan te geven. Terug in de kostschool overleggen de jongens. Willi is de enige, die Abiram wil aangeven. Hoewel de anderen er tegen zijn, doet hij dit toch. Ook overlegt hij met het hoofd van de school: Jähde. Willi gaat Abiram zoeken, om die aan Jähde over te dragen. Ondertussen hebben de jongens Abiram verstopt. Terwijl Willi Abiram zoekt, vallen de Russen de stad binnen. Ruth en haar grootvader gaan samen met Abiram en de jongens (behalve Willi) in de crypte bij de kerk (die als schuilkelder dient). Willi gaat daar ook naar toe. Hij komt erachter dat Abiram daar is en wil het aan Jähde melden, maar dan wordt hij geraakt door kogels en sterft. Na de inval van de Russen keert de vrede terug, ook voor Abiram. Genre: Het boek is een psychologische oorlogsroman. Thema: Door iets zeer ingrijpends, in dit geval een oorlog, kom je erachter wie je echt kan vertrouwen en wat waardevol in het leven is. Motieven: Twijfel over wat goed en slecht is: Is een Jood aangeven goed of slecht. Niemand vertrouwen: Abiram vertrouwde eerst niemand, Jähde vertrouwt niemand, hij verdenkt iedereen ervan met de vijand (de Russen) samen te werken. Spanningen in vriendschap: In verwarrende tijden worden vriendschappen sterk op de proef gesteld. Meevoelen met mensen die het slechter hebben: Ruth voelt heel erg met Abiram mee. Haat: Willi haat Joden en verraders (zo ziet hij zijn vrienden later). Iets goed willen doen: Willi wilde altijd een goede Hitler-jungen zijn en zijn vader had hem duidelijk gemaakt dat een goede Hitlerjungen nooit medelijden heeft. Daarom heeft Willi geen medelijden met Abiram. Hij wil het goed doen in de ogen van zijn ouders, ookal zijn die er niet bij. Een belangrijk motief is ook de verwarring die oorlog meebrengt. Personages: Paule wil heel graag de leiding van de groep jongens hebben. Hij is een slimme, een beetje stoere jongen. Hij heeft de sleutel van de voorraadkelder nagemaakt en wanneer Willi hem en de anderen daar opsluit kunnen ze er door hem weer uit. Antek is verliefd op Ruth. Ruth misschien op hem. Antek komt erachter wat er precies in concentratiekampen gebeurt. Hij hoorde dit van Kimmich, de opa van Ruth, die zelf in een kamp gezeten had. Antek is daar zeer geschokt over. Als hij het zijn vrienden vertelt, schrikken allen, behalve Willi. Antek wilde altijd soldaat in dienst van Hitler worden, maar nadat hij weet wat die allemaal doet, wil hij het niet meer. Willi wil heel graag een goede Hitlerjungen worden. Hij denkt dat hij alles goed doen en ziet de anderen als verraders. Zick is verlegen en is het altijd met Antek of Paule eens. Abiram, de Joodse jongen, heeft in een concentratiekamp gezeten, maar heeft hieruit weten te vluchten. Zijn moeder is daar gedood, daar droomt hij nog dagelijks van. Hij heeft het namelijk zien gebeuren. Abiram vertrouwt in het begin niemand, maar al snel vertrouwt hij Ruth en later ook de Paule, Antek en Zick. Ruth woont bij haar opa, haar ouders zijn dood. Ze voelt heel erg met Abiram mee. Ze is een heel aardig meisje. Jähde is heel erg wantrouwend tegenover iedereen. Hij is zeer nationaal-socialistisch ingesteld. Daarom haat hij communisten of mensen die hij ervan verdenkt er één te zijn. Hierom haat hij Kimmich, de opa van Ruth, die bevriend is met een communist. Ook haat hij Nagold, de leraar van de jongens, omdat hij Nagold ervan verdenkt de jongens communistische ideeën aan te praten. Jähde moedigt Willi aan de Jood te gaan zoeken, terwijl de Russen binnenvallen. Tijdens dit zoeken sterft Willi. Jähde is er niet door aangedaan: "Jammer maar helaas" denkt hij. Perspectief: Het boek is in de hijvorm geschreven. Er is niet één persoon die je gedurende het hele verhaal volgt. Dan weer volg je de één en dan weer de ander. Structuur: Het boek heeft helemaal geen hoofdstukken. Het is een doorlopend verhaal. Wel zijn er af en toe regels opengelaten, daarna gaat het verhaal weer over iets anders of volg je een ander persoon. Tijd: Het verhaal speelt in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog. Ruimte: Het verhaal speelt ergens in een stad in Duitsland. Die stad ligt niet heel erg ver van de Oostelijke grens van Duitsland af. In die stad speelt het verhaal zich op de volgende plaatsen af: in de kostschool, bij Ruth thuis en in de voorraadkelder. Bronvermelding: Het nawoord in Stern ohne Himmel, elfde druk, door Leonie Ossowski. De computer van de openbare bibliotheek in Steenbergen voor gegevens over Leonie Ossowski. Het boekverslag Duits van Lieke van Gorsel, vw4a. Hieruit heb ik enige gegevens van de schrijfster gebruikt. Deel 2 : Persoonlijke tekstbeleving: Er komen in het boek bijzonder aangrijpende passages voor. Zo is er bijvoorbeeld de passage waarin Abiram over zijn moeder, die neergeschoten is in het concentratiekamp dagdroomt:" Abiram sah die Mutter. Sie war mutig, sie war jung. Sie hatte hinten in der Ecke eine Nebentür entdeckt, die nicht immer bewacht wurde. Sie hoffte, dort den Weg zur Flucht vor dem Tod zu finden. Abiram hielt die Hände vors Gesicht. Er wußte, was jetzt kam. Die Mutter würde mit ihm durch die Tür wollen. Aber dahinter standen Aufseher mit Peitschen und Revolvern. "Ich hab doch gesehen, daß du erschossen worden bist, Mutter", murmelte Abiram, " mach es doch nicht wieder. Es gibt keinen Ausweg." Aber die Mutter ließ sich nicht belehren. Sie schüttelte den Kopf, sie lachte sogar und winkte. Sie öffnete die Tür, und im selben Moment schrie sie auf: "Abiram! Abiram!" Es war, als wenn ein Schuß ihren Ruf getroffen hätte, die Stimme wurde leiser. Er konnte sie nicht mehr sehen. "Ich wußte es ja" schluchtze er, "warum machst du es immer wieder." Deze passage vind ik de aangrijpendste van het hele boek. Stel je voor, dat je moeder bijna voor je ogen wordt doodgeschoten. Abiram droomt deze droom dan ook iedere nacht en soms ook overdag Alles wat in het boek gebeurt is heel logisch. Er gebeuren geen zaken, die onverklaarbaar zijn. Willi doet precies zoals dat hem bij zijn opvoeding geleerd is. Hij is geïndoctrineerd, de andere jongens ook. Die beseffen echter dat Hitler helemaal niet zo'n lieverdje is, ze weten namelijk wat er in concentratiekampen gebeurt, en dat doet hen tot de werkelijkheid terugkeren. Alles is heel logisch, het verhaal zou echt gebeurd kunnen zijn. Talloze mensen zullen een dergelijk verhaal aan den lijve hebben ondervonden. Bij oorlogsboeken heb ik altijd het idee, dat er talloze echt gebeurde zaken in zijn verwerkt. (bijv. ooggetuigeverslagen) Zeker weten doe ik dat nooit. De schrijfster van dit boek heeft zelf de oorlog meegemaakt, ze zegt ook in het nawoord, dat ze een deel van haar eigen herinneringen in het boek heeft verwerkt. Ik heb het idee, dat er een wijze les achter dit boek zat. Overigens was het wel een droeve wijze les. Het was namelijk de les, die de Tweede Wereldoorlog de mensen geleerd moet hebben. Namelijk dat je mensen niet beoordelen mag op ras en dat iemand mensen makkelijk kan beïnvloeden het tegenovergestelde te denken. Die mensen, die het tegenovergestelde denken, zullen gestraft worden, wanneer het recht weer zegenviert. In het boek weet je niet hoe het met Jähde verder gaat, maar ik ga er wel van uit, dat hij of wordt gedood of wordt berecht. Het is zielig voor Willi dat hij, eigenlijk per ongeluk, wordt neergeschoten. Voor mij komt dan de wijze les van daarnet naar voren. Daarom had het ook bijna niet anders kunnen aflopen, dan dat het liep. Eigenlijk kon Willi er niets aan doen, wat hij deed was er met de paplepel ingegoten. Toen Antek hem vertelde dat in concentratiekampen mensen werden gedood, omdat ze Jood waren, wilde Willi dit niet geloven. Hij was volkomen geïndoctrineerd. Hij was er dan ook vreselijk trots op om bij de Hiterjugend te horen. Antek, Paule en Zick waren anders, toen ze doorkregen hoe alles in elkaar zat, stapten ze van de ideeën af, die ook zij van jongs af aan gehoord moeten hebben. Het lezen van het boek viel mee, ookal was het eerste Duitse boek, dat ik ooit las. Alleen het woord Alumnat, wat in het boek redelijk vaak voorkomt, kon ik in het woordenboek DuitsNederlands niet vinden. Toen heb ik in een Nederlands woordenboek gekeken en daar stond de betekenis wel in. Ik vond het boek mooi. Door de dood van Willi was het ook wel droevig. Ook was het een aangrijpend boek. Laten we hopen, dat dergelijke boeken veel gelezen worden en dat men daardoor blijft inzien, dat er nooit meer oorlog mag komen. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |