Theo Thijssen - Kees de jongen
Theo Thijssen (1879- 1943)
Jonge Lijsters 1992 nr.1
Samenvatting
Kees Bakels woont met zijn vader, moeder, zijn jonger zusje Truus en zijn jongere
broertje Tom boven hun schoenenwinkel in de Amsterdamse Jordaan. Kees is twaalf jaar en
gaat naar de laatste klas van de lagere school. Hij is een van de besten van de klas. Kees
wordt tot-jongen-van-de-bel benoemd. Dit houdt in dat hij de deur opendoet voor iedereen
die aanbelt bij school zoals laatkomers en ouders. In de loop van het schooljaar komt er
een nieuw meisje in de klas, Rosa Overbeek. Kees vindt haar heel bijzonder en wordt
verliefd op haar. Omdat het niet stoer is om verliefd te zijn vertelt hij hier niemand
over. Later krijgt hij een pen van haar en hij weet dat zij hem ook leuk vindt.
Thuis gaat het niet zo goed. In de schoenwinkel wordt weinig verkocht en zijn ouders
hebben weinig geld. Kees zijn vader heeft een ziekte. Hij moet vaak hoesten en soms komt
er bloed uit zijn mond. Kees moet af en toe berichten doorgeven en hij weet dat die vaak
over geld gaan. Ondanks dat ze erg arm zijn krijgt Kees toch een dure atlas. Kees zijn
hobby is postzegels sparen.
Kees wil graag bijzonder zijn. Als de kinderen op school prijzen mogen kiezen, kiezen
de meisjes voor een naaidoos en de jongens voor een figuurzaag, atlas of een
postzegelalbum, maar Kees kiest voor een schaakspel. Een prijs die nog nooit iemand heeft
gekozen. Zijn vader zou hem schaken leren, maar zijn vader weet niet precies hoe het moet
en hij wordt steeds zieker. Kees moet een nieuwe buis, maar omdat ze arm zijn moet die
gemaakt worden uit een mantel van opoe. Kees wil daar geen buis van en later hoeft het ook
niet meer van zijn vader.
Door de steeds erger wordende ziekte van zijn vader verandert er veel in het gezin;
Kees voelt zich verantwoordelijk voor het gezin en hij is de enige van de kinderen die
begrijpt dat er geldproblemen zijn. Toch weigert hij de armoede te accepteren en hij
weigert ook te accepteren dat zijn vader niet meer beter wordt. Tijdens de ziekte van zijn
vader wonen de kinderen tijdelijk bij familie. Kees is eerst nog thuis, maar moet ook bij
zijn oom en tante logeren. Hun vader overlijdt als zij er niet zijn. Kees zijn vader wordt
begraven. Op de begrafenis zijn weinig mensen. Rosa komt voor hem op als de meester wil
gaan zingen in de klas. Zij vindt dit onbehoorlijk, omdat Kees zijn vader net overleden
is. Kort nadat Kees' vader overleden is komt er een vrouw bij hen wonen, juffrouw Dubois.
Als ze moeten verhuizen naar een andere buurt, verhuist zij met hen mee. Zijn moeder heeft
de schoenenwinkel opgegeven en moet nu iets anders verzinnen. Mevrouw Dubois werkt voor
een naaiatelier en dit doet moeder ook. Tegelijkertijd begint ze een klein koffie- en
theehandeltje. Kees gaat naar het kantoor Stark & Co om de bestellingen in te leveren
en op te halen. Bij deze bestellingen kreeg hij altijd thee- en koffieplaatjes. De mooiste
geeft aan Rosa.
Het wordt winter en zijn moeder moet nu ook nog stookkosten betalen. Ze raken steeds
armer. Kees besluit zelf om bij Stark & Co te gaan werken als jongste bediende. Hij
wordt aangenomen en gaat van school zonder loffelijk ontslag. Als hij Rosa Overbeek
tegenkomt op straat vertelt hij haar het nieuws en zij kust hem op de wang. Kees is weer
helemaal gelukkig en in zijn gedachten hoort hij schallende muziek.
Personages
Hoofdpersoon
Kees Bakels is een jongen van twaalf jaar oud. Hij is een slimme jongen, maar vaak
voelt hij zich te goed voor andere jongens van zijn leeftijd. Hij wil graag bijzonder
zijn. Kees is een dromer, hij fantaseert veel.
Kees probeert steeds de verslechterende situatie van zijn vader en de toenemende armoede
te ontkennen. Later aanvaardt hij de situatie en offert hij zichzelf op. Hij stopt met
school en gaat werken. Kees is een lieve jongen. Hij wil graag een goede indruk maken en
wil graag andere mensen helpen.
Kees is een rond karakter.
Bijpersonen
- Johan Bakels is de vader van Kees. Hij is schoenmaker en is erg zuinig. De winkel loopt
niet goed. Kees zijn vader is vaak ziek. Hij wordt zo ziek dat hij overlijdt. De vader van
Kees een vlak karakter.
- De moeder van Kees zorgt voor haar man, het huishouden en ze let ook op de winkel. Zij
vindt het heel erg dat haar man overleden is, maar doet erg haar best om te zorgen dat ze
niet nog meer in de armoede terechtkomen. Moeder is een vlak karakter.
- Rosa Overbeek is een meisje dat bij Kees in de klas zit. Ze is anders dan de andere
meisjes. Haar vader is stuurman. Rosa wordt het vriendinnetje van Kees. Rosa is een vlak
karakter.
- Truus is het zusje van Kees. Ze realiseert zich niet dat er thuis behoorlijk wat
problemen zijn. Truus is een type.
- Tom is het broertje van Kees. Tom zit nog op de bewaarschool en beseft helemaal niet wat
er allemaal aan de hand is. Tom is een type.
- Juffrouw Dubois komt bij Kees in huis wonen en daarmee verdienen Kees zijn ouders weer
wat geld. Ze verhuist mee naar het kleinere huis. Mevrouw Dubois is een type.
Analyse
Thema
De belevingswereld van een Amsterdamse jongen. Kees is een jongen van twaalf jaar. Hij
leeft in twee werelden, de realiteit en zijn fantasie. In de realiteit leeft hij in
armoede en valt hij niet op tussen de andere jongens, maar in zijn fantasie gaat alles
goed en kijkt iedereen tegen hem op.
Titelverklaring
Het boek gaat over Kees Bakels, een jongen uit Amsterdam. Kees ziet zichzelf soms als
een volwassene, maar eigenlijk is hij nog maar een jongen.
Motto
Tous les enfants ont des imaginations héroïques: ils se voient
accomplissant des actions d'éclat qui leur valent la reconnaissance
et l'admiration publiques. Léon Frapié, Les contes de la guerre.
Vertaling:
Alle kinderen hebben heldhaftige fantasieën. Zij zien zichzelf heldendaden verrichten,
die hun erkenning en bewondering van hun omgeving bezorgen. Kees is zo'n jongen die veel
droomt en denkt dat hij boven iedereen staat, maar in de werkelijkheid is dat heel anders.
Het fantaseren is voor Kees een vlucht uit realiteit waar armoede en andere problemen
zijn. In zijn dromen wordt hij door iedereen bewonderd.
Vertelwijze
Er is sprake van veel dialoog. De meeste gebeurtenissen in het boek gebeuren dagelijks
en lijken niet belangrijk, maar voor Kees zijn ze wel erg belangrijk. Daarom worden ze wel
uitgebreid beschreven. Het boek is geschreven in de verleden tijd.
Er wordt veel gebruik gemaakt van spreektaal en dit is dan een tikkeltje Amsterdams.
Verder is de gebruikte taal simpel, omdat het over een twaalfjarige jongen gaat en hij
niet zo ingewikkeld denkt.
Opbouw
Het boek heeft 363 bladzijden waarvan de laatste vijf bladzijden over Theo Thijssen
gaan. Het boek is verdeeld in 30 genummerde hoofdstukken en wordt voorafgegaan door een
proloog. In de hoofdstukken zijn sommige stukken gescheiden door witregels. Het zijn
tijdsprongen.
Inhoud van de proloog:
De schrijver vertelt dat veel mensen niet van het bestaan van Kees afweten, maar als
Kees niet in die ongelukkige omstandigheden zat zou hij een beroemd persoon zijn geworden.
De schrijver zegt dat hij wel over Kees wil schrijven en dat hij blij is hem gekend te
hebben. De schrijver draagt het boek op aan de lezers die af en toe zeggen dat ze hem toch
kennen.
Historische tijd
Het boek speelt waarschijnlijk eind negentiende eeuw, in de tijd dat Theo Thijssen zelf
de leeftijd had van Kees. De tijd is wel van belang voor het verhaal. De armoede die in
die tijd heerste, speelt een belangrijke rol. Omdat ze in die tijd nog geen goede
medicijnen hadden overleed Kees zijn vader. Als dat niet was gebeurd was het verhaal
anders gelopen.
Plaats en Ruimte
Het boek speelt in de Jordaan in Amsterdam. Het speelt zich af op verschillende
scholen, bij de firma Stark & Co, in de schoenwinkel, in het nieuwe huis en op straat.
School is erg belangrijk voor Kees en na de verhuizing blijft hij op dezelfde school. Hij
moet door de door de hele stad heen boodschappen doen voor zijn ouders en later voor zijn
moeder.
Tijdsduur
Het verhaal volgt het leven van Kees als hij twaalf jaar is. De vertelde tijd is
ongeveer een jaar. Als een hobby van Kees beschreven wordt staat de tijd stil. De
boodschappen die Kees moet doen worden uitgebreid beschreven.
Tijdsvolgorde
Het verhaal is chronologisch op een paar herinneringen na. De lezer volgt het leven van
Kees.
Perspectief
De proloog is in auctoriale ik- perspectief geschreven. De rest van het verhaal is
geschreven vanuit de ogen van Kees. Je beleeft de fantasieën en gedachten van Kees mee en
je komt niet echt de gedachten van andere personen te weten.
Motieven
De motieven zijn school, geld, familie en dromen over een beter leven.
Waardeoordeel
Het was een leuk boek. In het begin vond ik het dromen en fantaseren van Kees leuk,
maar na ongeveer 60 bladzijden gaat het vervelen. Als je dan even door leest wordt het wel
weer leuk. Het boek bestaat bijna alleen maar uit ellende. Je gaat wel meeleven met Kees
en je hoopt voor hem dat er iets heel leuks gaat gebeuren. Na de dood van zijn vader gaan
ze verhuizen. Net na de verhuizing hebben ze veel geld en dan denk je dat het nu eindelijk
beter met de familie gaat. Maar weer komt moeder in geld nood.
Kees is goed te begrijpen. Hij is echt en herkenbaar. Hij wil graag de armoede en
problemen ontvluchten en dat doet hij door te fantaseren. Ook voelt hij zich
verantwoordelijk tijdens de ziekte en na de dood van zijn vader. Hij wil zijn moeder graag
helpen en gaat daarom werken.
De laatste zin sprak mij erg aan: En de mensen die voorbijgingen, wisten niet,
dat daar een jongen ging, die alles zou kunnen, nu hij eenmaal begonnen, een jongen nog
zonder geschiedenis, een jongen die daar zo-maar liep
Het verhaal heeft een open einde, maar door die laatste zin denk je wel dat Kees toch
nog een goed leven tegemoet gaat.
Theo Thijssen heeft verschillende jongensportretten beschreven in zijn boeken, maar het
mooiste jongensportret is toch te vinden in Kees de jongen.
Simon Carmiggelt vond dat er in de Nederlandse letterkunde geen treffender en geestiger
beschrijving van de bonte denkwereld van een gewone, bona fide jongen bestaat dan Theo
Thijssen in Kees de jongen heeft beschreven. Ik ben het daar niet helemaal mee eens. Ik
vind de denkwereld van Kees niet bont alleen hij fantaseert wel heel erg vaak. De
beschrijving van de denkwereld van Kees is goed, maar ik vond het niet geestig en af en
toe was het saai.
Theo Thijssen probeert te zeggen dat je jezelf altijd anders ziet dan anderen jou zien.
Daar ben ik het mee eens want in het boek wil Kees een goede indruk maken op andere
mensen en hij doet zich daarom anders voor dan hij eigenlijk is.
|