![]() | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Boekverslag : Hella S. Haasse - Oeroeg
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 6841 woorden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VoorwoordDe toetsing voor het vak >Literatuur en Film= van de Fontys Hogescholen te Tilburg bestaat niet uit een tentamen, maar uit een werkstuk. Dit werkstuk moet aan een aantal criteria voldoen, die beschreven staan in de Syllabus =Film en Literatuur= van Bert Dussenbroek. Het voorwerk, het bekijken van de film, het lezen van het boek, de diverse analyses, het was allemaal even leerzaam en leuk om te doen. >Oeroeg: het boek en de film= is een lijvig werkstuk geworden, in ogenschouw genomen dat het boek slechts iets meer dan 100 bladzijden bevat en de film nog geen twee uur duurt. De complexiteit van het onderwerp en de uiteenlopende invulling van de verhaallijn zijn er debet aan dat het werkstuk zo=n 30 pagina=s telt. Dit is het moment om Bert Dussenbroek te bedanken voor zijn enthousiaste uitleg in de lessen en zijn enthousiasmerende houding daarbuiten. Ik wens de lezer veel leesplezier toe. SamenvattingHet werkstuk >Oeroeg: het boek en de film= is een analyse van het creatieve product >Oeroeg= van de hand van schrijfster Hella Haasse. Dit boek is gebruikt als uitgangspunt om een film te maken over de misstanden in Nederlands Indië en de onafhankelijkheidsstrijd die tot Indonesië geleid heeft. Ik spreek opzettelijk over een uitgangspunt, omdat de makers van de film een heel andere weg ingeslagen zijn dan je zou verwachten als je het boek van Hella Haasse gelezen hebt. Op verlei creatief vlak zijn andere keuzes gemaakt, bijvoorbeeld perspectief, karakters, typecasting. Dit doet geen afbreuk aan de kwaliteit van de film, maar werpt een totaal ander licht op de historische feiten. Waar het boek een open einde kent, kiest de regisseur voor een bevredigende afloop van de gebeurtenissen. Het boek oordeelt niet of nauwelijks terwijl de filmmaker een scherpe aanklacht indient tegen de Nederlandse regering en de Nederlanders die ooit de baas waren in Nederlands Indië. Hoofdstuk 1 InleidingOm tot een objectieve vergelijking tussen een boek en zijn verfilming te komen, is het noodzakelijk dat beide creatieve uitingen eerst op zichzelf geanalyseerd worden en daarna pas met elkaar vergleken worden. daarom vindt u in hoofdstuk 2 de analyse van het boek Oeroeg, in hoofdstuk 3 vindt u informatie over de schrijfster van het boek, Hella Haasse. Daarna wordt de film besproken. In hoofdstuk 4 staat de analyse van de film Oeroeg en pas in hoofdstuk 5 ga ik de twee uitingsvormen met elkaar vergelijken. In hoofdstuk 6 volgt dan nog een recensie die geschreven is om geplaatst te worden in een regionaal dagblad. In dit rapport ontbreekt het hoofdstuk >Conclusies en aanbevelingen= omdat die verwerkt zijn in de recensie. Hoofdstuk 2 Het boek OeroegTechnische gegevens Schrijfster : Hella S. Haasse Uitgeverij : Querido's Uitgeverij B.V., 1991 Aantal pagina's : 122. Oorspronkelijk uitgegeven als Boekenweekgeschenk, in 1948. De schrijver van het boek was niet bekend toen het als Boekenweekgeschenk uitgegeven werd. Dat is pas later bekend gemaakt, omdat het hele onderwerp erg gevoelig lag in de maatschappij anno 1948. Het verhaalFeitenHet verhaal wordt verteld door de zoon van een Nederlandse administrateur die bevriend was met de Indische jongen Oeroeg en speelt zich af in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog (twintiger-dertiger jaren). Hun moeders zijn tegelijkertijd zwanger en zij groeien samen op van baby tot jongeman, omdat de moeders vriendschappelijk met elkaar omgaan. De Hollandse vrouw heeft in de directe nabijheid geen contact met sekse‑ en rasgenoten. Daar komt bij dat zij en de mandoersvrouw (Sidris) tegelijk zwanger zijn. Sidris is de vrouw van Deppoh, die een belangrijke functie heeft op de plantage van de vader. De jongens trekken er samen op uit, spelen, ravotten, vechten. Toch zijn er in de jeugdperiode al verschillen tussen de oosterling en de westerling op te merken: Oeroeg uit zijn vreugde nauwelijks tegenover mensen, maar hij kan dat wel tegenover dieren. In hun fantasiespelletjes genieten de jongens heel erg, meestal vinden die plaats in de omgeving van het huis waar Oeroeg woont. De vader van 'ik' juicht de omgang met de Indische jongen niet toe: 'De jongen hoort niet in de Kampong. Hij spreekt geen fatsoenlijk woord Hollands. Hij wordt je reinste Katjang.' Een employé moet 'ik' Nederlands leren en verder onderwijzen. Oeroeg ziet het zwijgend aan. Na enige tijd moet 'ik' de lagere school bezoeken in de stad en daar kun je alleen met de trein komen. GebeurtenisIn de >uitgezonden= families gaat het er soms erg uitbundig aan toe. Er is geld in overvloed en dat impliceert dat er regelmatig feesten zijn waar de alcohol rijkelijk vloeit. Als er gasten zijn bij de Nederlandse administrateur, wordt er een rit gemaakt naar Telaga Hideung, het Zwarte Meer, dat in het fantasiespel van Oeroeg en 'ik' steeds een grotere rol speelt. Er waren geheimzinnige verhalen over het meer in omloop, die de jongens zowel angst als verwachtingsvolle spanning inboezemden. 'Ik' mag mee naar het meer, Oeroeg is er vanzelfsprekend niet bij. Zijn vader, Deppoh, moet de weg wijzen en het vlot, waarmee gevaren wordt, besturen, samen met Danoeh, de tuinman. De Nederlanders zijn door drank door het dolle heen en het oude bamboevlot kan dat niet aan: een gedeelte ervan breekt af. De ik-figuur raakt te water en dreigt te verdrinken. Deppoh, die 'ik' gaat redden, raakt verstrikt in de waterplanten en verdrinkt. GevolgenSidris moet plaats maken voor de nieuwe voorman en verhuist naar een desa hoger op de berg. >De vader van de ik-figuur voelt zich schuldig en zorgt er voor dat Oeroeg ook naar school mag. Hij neemt de voogdij voor de jongen op zich. Als Oeroeg naar de Hollands‑Indische school te Soekaboemi mag, komt hij in de bediendenvertrekken in het huis van >ik= wonen. De vader van 'ik' betaalt de schoolopleiding. Samen met 'ik' reist Oeroeg voortaan elke dag heen en weer. 'Ik' voelt ten aanzien van Oeroeg geen verschil in ras en rang. De ouders van de ik-figuur hebben een beroerd huwelijk. De moeder voelt zich eigenlijk nooit op haar plaats in Indonesië en wordt verwaarloosd door de vader. Soms kleedt ze zich zelfs niet aan. De bedienden zijn allen op de hoogte van haar eenzaamheid. Zij begint een verhouding met de onderwijzer die >ik= Nederlands moet leren. De moeder van 'ik' gaat voor onbepaalde tijd op reis, waarschijnlijk onder druk van vader, die de verhouding heeft ontdekt. De ik-figuur vindt het niet zo=n punt, hij wordt toch niet of nauwelijks opgevoed door zijn ouders, dus hij mist haar niet echt. Hij heeft veel meer contact met Oeroeg en diens familie. Dan verschijnt Gerard Stokman, de nieuwe employé, in het leven van Oeroeg en 'ik'. Deze avonturier neemt de jongens mee op de jacht op wilde varkens, waarbij Ali, de koelie, allerlei verhalen vertelt. Gerard wordt heel belangrijk voor de beide jongens, ze vertrouwen hem en blijkbaar doet de vader van >ik= dat ook, want de jongens gaan regelmatig een heel weekend met Gerard het oerwoud in, wat niet ongevaarlijk is. Op een avond deelt de vader van 'ik' hem mee dat hij op reis gaat. Dat heeft verregaande gevolgen voor >ik=, want ook de moeder is nog steeds niet terug, dus we moet er dan op >ik= gaan letten? De enige oplossing volgens vader is dat 'ik' in Holland verder zal gaan studeren op een kostschool; een scheiding met Oeroeg lijkt onvermijdelijk, maar er komt uitstel. >Ik= kan gaan wonen in Soekaboemi bij Lida, 'een vrouw van onbestemde leeftijd', die afspraken heeft gemaakt met de vader van >ik=. Oeroeg blijft hij ontmoeten in spijbeluurtjes, Lida laat Oeroeg bij haar thuis komen en spoedig daarna verhuist hij voorgoed naar het pension van Lida. Lida is het, die Oeroeg vooruit wil helpen om zich verder te ontwikkelen om arts te worden. Na de middelbare school zal Oeroeg naar de NIAS gaan, een school waar Indische jongens opgeleid worden om arts te worden. De jongens zijn nu weer dagelijks samen en gaan samen de puberteit in. De vader van 'ik' komt na ruim een jaar weer terug: Hij heeft een nieuwe vrouw meegebracht. Met deze Eugenie, kan 'ik' niet goed opschieten. 'Ik' gaat in Batavia, waar Lida en Oeroeg inmiddels wonen, op de HBS (internaat). 'Ik' bezoekt Oeroeg en Lida geregeld. De jongens komen ook in aanraking met meisjes, meestal zusters van Oeroegs vrienden. Bij het meisje Poppie thuis leren ze dansen. De twee praten veel, over de meisjes, de films en hun toekomst. Oeroeg is sneller volwassen dan >Ik= en heeft >iets= met een kamerbewoonster van. Lida stuurt Oeroeg ook naar het internaat, waar hij erg moet wennen aan de discipline en de vorm van discriminatie die >Ik= niet herkent, maar voor Oeroeg al heel normaal is. In de vriendschap komt enige verwijdering, doordat Oeroeg veel omgaat met Abdullah Haroedin, een Arabische jongen die ook naar de NIAS zal gaan in Soerabaja. Daar, in Soerabaja, wordt Oeroeg de zelfbewuste inlander die hij moest worden: Hij bekritiseerde de gouvernementsregelingen op medisch en hygiënisch gebied. Ook Lida verhuist naar Soerabaja en schrijft aan 'ik' brieven. 'Ik' vertrekt naar Holland om in Delft voor ingenieur te gaan studeren. Van Oeroeg en Lida neemt hij afscheid; de verwijdering tussen de twee vrienden is groter geworden: 'Ik heb veel contact ‑ met gelijkgezinden. Er is veel te doen=, zegt Oeroeg. 'Ik' begrijpt hem niet, later in de ontmoeting wordt hem alles veel duidelijker, als Oeroeg hem antwoordt: 'Ik heb jullie hulp niet nodig, ik ga niet bij het Nederlandse gouvernement werken.' Als 'ik', na zijn studie voltooid te hebben, terugkeert in Indië, is de nationale geest veel sterker: de politionele actie breekt uit. 'Ik' ontmoet Oeroeg bij het meer, Telaga Hideung. De inlander staat voor hem met een getrokken revolver: 'Ga weg,' zei hij in het Soendanees, 'Ga weg, anders schiet ik. Je hebt hier niets te maken.' De strijd is hard, meedogenloos en onpersoonlijk. >Ik= twijfelt :'Was het werkelijk Oeroeg? Ik weet het niet. Oeroeg zal ik nooit meer ontmoeten. Ik kende hem, zoals ik Telaga Hideung kende ‑ een spiegelende oppervlakte. De diepte peilde ik nooit.' De PersonagesVerschillen tussen >ik= en Oeroeg 'Ik' is in Indonesië geboren en voelt zich bij de Indonesiërs veel meer thuis dan bij zijn eigen ouders. Deze, en vooral zijn vader, verzetten er zich tegen dat hij een 'kampongjongen' wordt, maar aangezien ze zich verder heel weinig met de jongen inlaten, hebben zij op hem niet de minste invloed. Als Oeroeg in Batavia op hetzelfde internaat komt als 'ik', staan zij beiden ten opzichte van de andere jongens weldra in een geïsoleerde positie. Bij het afscheidsbezoek te Soerabaja vooral lijkt 'ik' te beseffen dat Oeroeg en Abdullah tot een andere wereld behoren. Van de nationalistische streven begrijpt hij niets. Op het eind, bij Telaga Hideung, herkent hij Oeroeg nauwelijks. Wat 'ik' aan verschillen tussen hemzelf en Oeroeg opvalt, als zij beiden ongeveer zes jaar zijn, is hoofdzakelijk nog maar uiterlijk. Oeroeg is eerder volgroeid. 'Ik' ergert zich aan zijn rood‑worden in de felle zon. Hij juicht opgewonden bij een geslaagde vangst, Oeroeg is stil, beheerst. Oeroeg hitst dieren tegen elkaar op; hij was niet wreed, hem ontbrak alleen het gevoel, dat een Westerling vaak een dier moet sparen en eerbiedigen uit halfbewust verwantschapsbesef (citaat uit boek). Oeroeg kan uitstekend een vliegtuig nabootsen, 'ik' kan dit niet door 'een soort van verlegenheid, misschien schaamte, of onmacht tot een zo volledige overgave aan het spel'. 'Ik' leest graag, Oeroeg daarentegen tekent goed. Later in Batavia legt Oeroeg zijn Mohammedaans hoofddeksel, de topi, af, kleedt zich Europees en probeert, evenals de halfbloeden, zoveel mogelijk te verwesteren, wat voor een deel neer komt op nabootsing van sport‑ en filmhelden. Wanneer Oeroeg echter op het Europees internaat komt, waar 'ik' al eerder verbleef, gaat hij beseffen dat het verschil met de Europese jongens niet te overbruggen is. Er ontstaat een verwijdering tussen 'ik' en Oeroeg en de laatste zoekt meer contact met Abdullah. Als Oeroeg te Soerabaja voor arts gaat studeren, ontwaakt in hem het nationaal zelfbewustzijn. Hij studeert ijverig. Zijn onverschilligheid verdwijnt. Hij is vol kritiek op het Nederlandse gouvernement. Hij draagt zijn topi weer. Hij is nu een 'ernstige jonge Inlander, volwassener dan ik het was, en vervuld van een nieuw en ditmaal volkomen harmonisch zelfbewustzijn'. Hij 'bleek in het nieuwe milieu van progressieve studenten en jonge agitatoren tot een redenaar uitgegroeid te zijn'. Hij wil zijn land moderniseren, verwerpt de wajangpoppen, gamelan, bijgeloof, de Boroboedoer en wil 'fabrieken..., oorlogsschepen en moderne klinieken en scholen, en zeggenschap over onze eigen zaken'. Dan komt de oorlog. En bij hun laatste ontmoeting kan Oeroeg in zijn vroegere vriend niets anders meer zien dan de blanke, de vijand. Andere personagesVader In zichzelf gekeerd, ongelukkig met zijn huwelijk en kind, rechtlijnig, soms nors, weinig liefdevol ten opzichte van >ik=, weinig betrokken bij thuis. Vader gaat ernstig over de grenzen van Deppoh heen als hij van hem verlangt dat hij in het water van het Zwarte Meer springt om >ik= -nota bene de zoon van vader en niet van Deppoh- te redden. Tenslotte voorspellen de goden ongeluk als je dat doet, maar Deppoh is trouw aan zijn meester en negeert de innerlijke waarschuwing. Later een heel andere man, dikker, vrolijker met zijn nieuwe vrouw Eugenie en zijn nieuwe kinderen. Ook dan is >ik= nog niet belangrijk voor hem, tenzij er gestudeerd moet worden. Moeder : Eenzame vrouw die emotioneel verwaarloosd wordt door haar man. Zoekt haar aandacht in contacten met inlanders en later in een verhouding met de onderwijzer van >ik=. Lijkt een postnatale depressie te hebben. Verdwijnt uit het leven van >ik= als de verhouding uitkomt en trekt zich niet veel meer aan van >ik=. Sidris : Voor >ik= meer een moeder dan zijn eigen moeder, totdat het fatale ongeluk met Deppoh zich voltrekt. Daarna gaat ze meer en meer afstand houden, zeker als ze in de Desa te maken krijgt met armoede. Deppoh : Stille ernstige, volgzame onderdaan van de vader van >ik=. Is trouw en heeft verantwoordelijkheidsgevoel. Laat door zijn zwijgen wel duidelijk merken dat hij weinig waardering heeft voor de manier waarop de Hollanders met elkaar omgaan. Lida : Naïeve wereldverbeteraar, die telkens opnieuw probeert een bestaan op te bouwen in Indonesië door een pension te houden. Het is niet helemaal duidelijk waar Lida vandaan komt, maar ze lijkt wel van goede huize te zijn. Ze trekt zich het lot van Oeroeg aan omdat ze merkt dat hij intelligent is. Ze wil graag een betere toekomst voor hem en spant zich er erg voor in, zowel financieel als emotioneel. Ze doet alles voor hem, een soort persoonlijke genoegdoening. Oeroeg lijkt het vanzelfsprekend te vinden. Haar eenzaamheid en haar verlangen om iemand te bemoederen zijn er de oorzaak van zij zich hecht aan Oeroeg en alles doet voor zijn opvoeding. Zij gaat mee naar Soerabaja en 'verindischt'. Gerard Stokman : Hij is temidden van de andere employés een zonderling. Hij houdt van Indonesië en van de eenzaamheid. Hij oefent een geweldige aantrekkingskracht uit op de jongens, omdat hij zelf nog een 'jongen' is gebleven in zijn natuurliefde en zijn zucht naar avontuur. Hij is het met 'ik' eens, dat Oeroeg niet anders is dan de Europese jongens: 'Minder of meer zijn door de kleur van je gezicht of door wat je vader is ‑ dat is nonsens.' Eugenie : De tweede vrouw van de vader van de ik‑figuur. Sterke vrouw, het tegenovergestelde van de moeder van >ik=. Zij regelt het hele huishouden en houdt afstand van de bedienden in tegenstelling tot wat de moeder van >ik= deed. Als er kinderen komen moet de ik‑figuur het huis uit, naar Lida. Locatie van het verhaalHet verhaal speelt zich af op Java. Er wordt Soendanees gesproken door Oeroeg en zijn familie. Soendanees is een Javataal die gesproken wordt op Oost-Java (De grote Oosthoek, Deel 10 en Deel 21, 7e druk). Later in het boek gaan de hoofdpersonen naar Batavia, het huidige Jakarta (West-Java). Daar zullen ze Maleis gesproken hebben, want daar was Soendanees niet de taal. VerteltijdDe verteltijd is ongeveer twee uur. Vertelde tijdDe vertelde tijd neemt in periode van ongeveer vijfentwintig jaar in beslag. Het is niet duidelijk op welke leeftijd de ik-figuur besluit het verhaal te vertellen. Het is een verhaal dat volledig in flashbacks verteld wordt. Het begint bij het einde en vertelt van daaruit de gebeurtenissen zoals ze zich ingeveer afgespeeld hebben. PerspectiefHet hele verhaal wordt verteld vanuit de ik-figuur, dus een ik-verteller. Het perspectief is daardoor onbetrouwbaar. We krijgen het verhaal als zaten wij op de koffie bij de verteller. ThemaHet is goed verdedigbaar om verschillende thema=s te benoemen, omdat het, hoewel een dun boekje, een erg complex onderwerp is. Thema: Hoe Nederlanders omgaan met anderen als zij denken dat zij de meerdere zijn. Thema: 'Hoe twee vrienden van verschillend ras en verschilleden achtergronden langzamerhand uit elkaar groeien'. 'Ik' wil zich nu achteraf rekenschap afleggen van zijn verhouding tot Oeroeg: 'Misschien prikkelt mij zijn onherroepelijk, onbegrijpelijk anders‑zijn, dat geheim van geest en bloed, dat voor kind en knaap nog geen problemen opwierp, maar dat nu des kwellender schijnt.' Zie ook 'Personages'. Thema: 'De groei naar volwassenheid'. Bij de tocht naar Telaga Hideung begrijpt 'ik' niets van uitbundige plezier van de volwassenen; zijn gedachten zijn geheel bij de wonderlijke verhalen die over het Zwarte Meer ronde doen. Het hele conflict tussen zijn ouders gaat min of meer aan hem voorbij, Oeroeg daarentegen begrijpt er meer van. De liefhebberijen van de jongens bestaan oorspronkelijk uit bijvoorbeeld het verzamelen van postzegels en sigarenbandjes. Later, in Batavia, gelden hun gesprekken vooral over de school, hun kennissen, sport, bioscoop en meisjes. Als zij later nog eens in Kebon Djatih komen, genieten zij niet meer van het landschap en zwemmen in de rivier, omdat zij nu de wereld zien 'met ogen, die niet meer in staat bleken de reële wereld als een wereld van wonderen te zien... Wij waren geen kinderen meer'. Thema: Liefde is geen garantie voor een levenslange vriendschap. In het hele boek bemerkt je de liefde tussen de ik-figuur en Oeroeg. De liefde is niet over, Oeroeg heeft zich verhard ten behoeve van de vrijheidsstrijd en kiest uiteindelijk voor zijn roots. Dat wil niet zeggen dat hij niets meer voelt voor de ik-figuur. Het trieste voor de ik-figuur is dat hij nergens meer thuishoort. Oeroeg heeft tenminste zijn eigen volk. >Ik= heeft geen ouders, geen eigen land (Indonesië is immers zijn thuisland, maar als blanke is hij daar niet meer welkom) en de veiligheid van Sidris is ook al weg en bovendien het veiligste en betrouwbaarste in zijn leven, de meest stabiele factor, zijn vriendschap met Oeroeg is wreed omgebracht. Verhouding tot de werkelijkheidDit boek zou een biografie kunnen zijn; de feiten kloppen, de beschrijvingen zijn na te rekken. De personen zijn vermoedelijk fictief, hoewel je uit het verzwijgen van de schrijver op kunnen maken dat het wel degelijk om een waar gebeurd verhaal gaat. Hoofdstuk 3 De schrijver1. BiografieOp 2 februari 1918 wordt Hella (Hélène) S. (Serafia) Haasse in Batavia geboren. Zij is dochter van de concertpianiste Katharina Diehm Winzenhöhler en Willem Hendrik Haasse, die in Nederlandsch-Indië de belastingontduiking bestreed. In 1920 vertrekt het gezin Haasse voor een twee jaar durend verlof naar Nederland. Op 4 oktober 1921 wordt Willem Hendrik Johannes geboren. In 1922 keert de familie terug naar Indië, naar Soerabaja. Hier gaat Hella S. Haasse naar de kleuterschool en als zij zes jaar is naar een katholieke lagere school waar zij les krijgt van de nonnen. In 1924 wordt haar moeder ziek en moet opgenomen worden in een sanatorium in Davos. Zij neemt de kinderen mee naar Europa. Hella woont bij haar moeders moeder in Heemstede en vervolgens in een kinderpension in Baarn. In 1928 is de moeder hersteld van haar ziekte en zij steken weer over naar Nederlandsch‑Indië. Na een jaar Bandoeng en een kort verblijf in Buitenzorg, verhuist het gezin naar Batavia, waar Hella naar het lyceum gaat. Daar wordt haar liefde voor de Nederlandse literatuur gestimuleerd. Het zijn vooral de Nederlandse dichters die tot de verbeelding spraken: Slauerhoff, Roland Holst. Na het eindexamen in 1938 vertrekt ze naar Nederland om aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam Scandinavische Talen en Letteren te gaan studeren. De bedoeling is dat het gezin in 1940 in Nederland herenigd zal worden, maar door het uitbreken van de oorlog verloopt alles anders. De ouders worden tijdens de Japanse bezetting van Nederlandsch‑Indië geïnterneerd en pas in 1946 zien zij in Nederland hun dochter, inmiddels getrouwd, terug. In 1941 beëindigt zij haar studie Scandinavische Talen en Letteren en doet toelatingsexamen voor de Toneelschool in Amsterdam. In 1943 doet ze eindexamen aan de Toneelschool en speelt in een aantal voorstellingen. Na haar huwelijk met mr. Jan van Lelyveld in 1944 beëindigt Hella S. Haasse haar professionele toneelactiviteiten. Wel blijft ze teksten schrijven voor het zomercabaret van het Centraal Toneel‑gezelschap. Ze schrijft ook voor Wim Sonnevelds cabaret en na de oorlog voor dat van Cor Ruys. Op 11 november 1944 wordt het eerste kind van Jan van Lelyveld en Hella Haasse geboren. Het meisje, Chrisje, zal in april 1947 overlijden. Oeroeg verschijnt anoniem ter gelegenheid van de Boekenweek van 1948. Lezers mogen raden wie de auteur is. Na de verschijning van Oeroeg volgt een lange lijst literaire producties. Op 15 december 1947 wordt Ellen Justine geboren, op 8 maart 1951 wordt dochter Marina geboren. In augustus 1981 verhuist Haasse met haar man naar het Franse plaatsje Saint‑Witz, vlak bij Parijs. In december ontvangt ze de Constantijn Huygens‑prijs voor haar gehele oeuvre. Op 26 juni wordt op het Muiderslot aan Hella Haasse de P.C. Hooftprijs (proza) 1983 uitgereikt voor haar gehele oeuvre. Op 25 maart 1988 wordt ze aan de Rijksuniversiteit Utrecht gehuldigd met een Eredoctoraat in de Letteren. Ze werkt mee aan Beatrix, Koningin, een groot televisieportret voor de NOS, dat op 29 april wordt uitgezonden. In augustus 1990 keren Haasse en haar echtgenoot terug naar Nederland. In mei 1991 wordt haar het erelidmaatschap van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde toegekend. In april 1992 ontvangt zij uit handen van koningin Beatrix de Eremedaille in Goud voor Kunst en Wetenschap in de Huisorde van Oranje. In het najaar van 1993 wordt de verfilming van Oeroeg uitgebracht, onder regie van Hans Hylkema. Boeken over Hella Haasse
Ander werk van Hella Haasse Berichten van het Blauwe Huis, 1986. Cider voor arme mensen, 1966. De ingewijden, 1957. De scharlaken stad, 1952. De verborgen bron, 1950. De wegen der verbeelding, 1983. Een gevaarlijke verhouding of Daal‑en‑Bergse brieven, 1976 Een nieuwer testament, 1966. Heren van de thee, 1992 (CPNB publieksprijs voor het Nederlandse boek, 1993) Het woud der verwachting, 1949. Huurders en onderhuurders, 1971. Mevrouw Bentinck, 1978, 1982, 1990. Oeroeg, 1948. Schaduwbeeld of Het geheim van Appeltern, 1989. Stroomversnellingen, 1945. Transit, 1994 (Boekenweekgeschenk). Hoofdstuk 4 De film Oeroeg is in andere landen uitgebracht onder de titel >Going home=. Technische gegevens Regie Hans Hylkema ScenarioTrevor Griffiths Jean van de Velde Schrijfster Hella Haasse OEROEG ook: GOING HOME Hans Hylkema Cast Rik Launspach Johan ten Berghe, Martin Schwab Oeroeg, Peter Faber Van Bergen Henegouwen, Tom van Bauwel Twan Mortier, Josée Ruiter Lida, Ivon=Yvonne Pelasula Rita, Jeroen Krabbé Hendrik ten Berghe,Johans vader, Joris Putman kleine Johan, Ramelan Bekkema kleine Oeroeg, Ayu Azhari Satih, José Rizal Manua Deppoh, Aus Greidanus Chris van Amerongen, Marjon Brandsma Valerie van Amerongen, Tom Jansen kolonel van Dalen, François Beukelaers Van Woerkom, Adi Kurdi TNI commandant, Tuti Heru Sidris, H.M. Damsyik oude man, Chika Satih,1927, Jef van de Water Abdullah, Nyai Deni Pakis Baboe, Clara Shinta verpleegster, Saif Uddin Pemuda, Herman, Abd. Rachman, Nanang Kokie, Jochem Haaksma arts, Het verhaal Het boek 'Oeroeg' dient als uitgangspunt om een vriendschap tussen de Nederlandse planterszoon Johan ten Berghe en de Indische jongen Oeroeg te verbinden met de politionele acties in voormalig Nederlands‑Indië. De film begint waar het boek eindigde. Johan wordt in 1947 als luitenant uitgezonden naarIndonesië tijdens de Politionele Acties. Het land uit zijn herinnering is veranderd: zijn vader werd vermoord, de oud‑kolonisten zijn verbitterd en de vrijheidsstrijd woedt in alle hevigheid. Johan gaat op zoek naar zijn jeugdvriend Oeroeg en stelt hem, wanneer zij oog in oog staan, de onontkoombare vraag: 'Kunnen wij nog vrienden zijn?'. Oeroegs antwoord is een schrijnende weergave van de ongelijke verhoudingen: 'niet zolang één Nederlander gelijk staat aan twaalf Indonesiërs'. De film eindigt met de tekst: 'Het kostte ruim vijftienduizend mensenlevens, voordat Nederland op 27 december 1949 om half vier 's middags de zelfstandigheid van haar voormalige kolonie Indonesië erkende'. In 1948 lag de kwestie Nederland-Indië nog erg gevoelig. Daarom werd het boekenweekgeschenk anoniem gedrukt. De roman heeft een open einde. In de film wordt ook aandacht besteed aan de politionele acties en de dekolonialisatie. Muziek Hennie Vrienten en Tristan Keuris. Feiten en Weetjes
Hoofdstuk 5 De vergelijking tussen boek en filmOm tot een goede analyse te komen, maak ik gebruik van het analysemodel uit de syllabus Film en literatuur van Bert Dussenbroek. 1 a Stemmingsinleiding Soldaten maken zich op om naar Nederlands Indië te gaan om in te grijpen bij de onrusten ten gevolge van de vrijheidsstrijd. Een van hen is Ltd. Johan ten Berghe, die geboren en getogen is in Indië. We zien een shot van een oefening, waarbij Peter Faber, die korporaal Van Bergen Henegouwen speelt, vertelt hoe je die >pinda=s= om zeep moet helpen als je een dorp binnenvalt. Deze scene lijkt erg op de manier waarop Vietnam-films geportretteerd zijn in Amerika. b Expositie Soldaten in Nederlands-Indië c Motorisch moment De zoektocht naar vader en daarmee de inleiding in het verleden via de flashbacks, de twee jongetjes komen in beeld. d Conflicten Door de verschillende achtergronden zijn er veel conflicten in de vriendschap. We zien als toeschouwer waar de knelpunten zitten, maar de spelers lijken het niet te kunnen analyseren waardoor veel ellende ontstaat. e Subplots De ontwikkelingen met Lida, het onderwijs, het horloge, de bioscoopscene. f Crisis De zoektocht naar het verleden levert veel pijn op g Climax De beide mannen zijn krijgsgevangen gemaakt en de ontsluiting van het drama maakt meteen duidelijk waar het nou de hele film over gaat. h Peripetie De ontdekking van de ware toedracht van de dood van Oeroegs vader . i Ontknoping Op de brug: 10 Indonesiërs tegen 1 Hollander en de overhandiging van het horloge als een soort oorlogstrofee. Positief einde: Oeroeg en Johan blijven bloedbroeders (in tegenstelling tot de verhouding op het eind van het boek) Epiloog: geen 2. Het boek en de film lopen erg uiteen wat handelingsverloop betreft. De film hanteert deels de figuren en handelingen uit het boek, maar vaak in een heel andere context (Johan is in het boek de ik-figuur en heeft geen voor- of achternaam, Lida als pensionhoudster komt in de film voornamelijk als gouvernante naar voren, Johans moeder bestaat in de film niet, Gerard Stokman en Bollinger hebben geen rol, Sidris is veel minder nadrukkelijkbelangrijk, Johans vader is een zorgzame man, meer betrokken bij zijn zoon dan in het boek, waar hij uitsluitend geïnteresseerd is in zichzelf, zijn werk en de schoolvorderingen van zijn kind. Deppohs dood neemt een cruciale plaats in in zowel het boek als de film. Alleen is de handeling totaal anders. boek:vlot is al oud en breekt onder het geweld van de feestvierende mensen. Ik-figuur dreigt te verdrinken, Deppoh redt hem, maar raakt verstrikt in de waterplanten en verdrinkt. film: Johan valt in het water, vader springt hem achterna (wordt nog heel expliciet door Lida verteld in een moralistische toonzetting) en redt hem, vader verliest zijn horloge, Deppoh duikt het horloge na en verdrinkt. In het boek wordt op een vrij naïeve, cleane manier het verhaal verteld, alsof de verteller het allemaal niet gelooft of snapt. r wordt nauwelijks oordelend gepraat, maar meer een feitelijke weergave al is die dan wel vanuit het ik-perspectief. De ik-figuur snapt eigenlijk nog steeds niet wat er nou gebeurd is dat zo erg is dat hij niet meer bevriend zou kunnen zijn met Oeroeg. De opbouw is Aristotelisch, zie voor uitleg vraag 1. 3. Het aanknopingspunt is in de film in medias res en in het boek post rem. Het boek is een grote flashback, de film begint middenin en sluit het verhaal verder af met gebeurtenissen, die in het boek niet voor kunnen komen. Het heden loopt >gewoon= door, terwijl het verhaal verteld wordt. 4.
5. Genre
b. Hier gaat de film mank. Moeilijk te zeggen. Gevoelens blijven erg oppervlakkig, de kijker moet veel raden. In het boek krijg je volop de kans de gevoelens van de ik-figuur te beleven. Gevoelens en gedachten van anderen interpreteert de lezer aan de hand van eigen levenservaring. huis en horloge symbolen van veiligheid en status, zijn allebei bezoedeld. Huis = vader Johan vermoord Horloge = vader Oeroeg vermoord/verdronken 10. Er is te weinig aandacht besteed aan de psychologische diepgang van de film. Wat nu overgebleven is is een ongefundeerde klacht. In het boek is zo overduidelijk het onbegrip van het kind te lezen, de liefde tussen de twee jongens, de veiligheid die de ik-figuur uitsluitend ervaart bij Oeroeg en zijn familie, de eenzaamheid als dat wegvalt. Oeroeg is zijn familie en hij snapt er niets van dat dat niet meer kan. Zelfs als volwassenen heeft hij vele vraagtekens. Hij is de grote verliezer in het verhaal, heeft geen ouders die om hem geven, geen vrienden meer, geen thuisland. Oeroeg is iemand, heeft een familie en een land en een doel om voor te leven. Vader wordt vaak van onderaf gefilmd om nog groter en machtiger over te komen. Lida altijd in een >zacht= licht. 11. Iedere scene begint met een korte inleiding zodat je weet waar je bent en waarom. 12/13 In het boek vertelt de ik-figuur het hele verhaal. Het perspectief in de film is auctorieel, betrouwbaar. 14. Betrouwbaar, een alleswetende verteller in de film. 15. Er worden stukken voergeslagen of ingedikt. Bijvoorbeeld: Johansmoeder wordt 1 keer vermeld in de film, aanloop en uitleg ontbreken totaal. 16. Panoramisch, bijvoorbeeld als ze op weg gaan naar het huis waar Johan geboren en opgegroeid is. 17. Het gaat om psychologische ontwikkelingen in menselijke relaties. Johan gaat op zoek naar redenen die het heden rechtvaardigen en vindt die. De hiaten in zijn verhaal zijn >geschiedenis= en worden opgevuld door herinneringen van anderen en hedendaagse gebeurtenissen waardoor Johans verleden in een heel ander licht komt te staan. Met behulp van flashbacks komt langzaam het hele verhaal er uit met als hoogtepunt de ware toedracht rond Deppohs dood. Regen wordt ingezet om trieste momenten te benadrukken, broeierige hitte als sfeerbeeld om spanning te verhogen. 18. Veel gebruik van contrastmontage om de situatie goed duidelijk te maken. Daaruit blijkt bijna >vanzelf= dat de vriendschap door de situatie onmogelijk is. Ook analogiemontage zorgt voor contrast in heden/verleden. 19/20 Er wordt geen gebruik gemaakt van een voice-over. 21. De muziek is van Henny Vrienten en zorgt voor veel spanningsmomenten. 22. Het thema van de film ligt meer in de sfeer van de historische gebeurtenissen en de rol van de Nederlanders daarin. Het is een aanklacht tegen de Nederlandse regering en en politionele acties. Het boek onderzoekt veel meer de relationele aspecten van de vriendschap tussen de twee jongens. 23. Gezien de vele afwijkende keuzes is er sprake van een film, gebaseerd op een roman. 24. Ik vond het boek beter omdat het veel meer lagen in diepgang heeft. De film zonder het boek had ik wellicht wel een aardige film gevonden, maar ik had er niet erg lang bij stil gestaan. Dan is een Max Havelaar een gelaagdere film en dus m.i. beter. Hoofdstuk 6 Recensie Oeroeg; gezien in december 1998 te Breda Oeroeg: spannend avontuur in Nederlandsch-Indië Een boek gebaseerd op een film is altijd spannend om te gaan zien. Dat geldt natuurlijk ook voor Oeroeg. Aangezien het boek zuiver vanuit ik-perspectief geschreven is, was ik erg benieuwd naar de uitwerking in de film. Wie verwacht het boek te kunnen zien, komt bedrogen uit. Niet alleen begint de film op een ander moment, namelijk als het boek eindigt, maar ook zijn de personages alleen nog maar door hun naam herkenbaar. Het verhaal begint in een Nederlandse kazerne waar een peloton soldaten zich opmaakt om af te reizen naar Nederlands Indië. Daar woedt een felle strijd om de onafhankelijkheid van de Indonesiërs. Johan, die geboren en getogen is op Java, is luitenant en leidt het peloton. Als hij aangekomen is op Java, wil hij graag een aantal antwoorden op open vragen uit zijn verleden en hij besluit op pad te gaan met een aantal soldaten. Hij gebruikt zijn macht om zijn leven te begrijpen. Johan gaat op weg naar het huis van zijn vader. Hij vindt zijn vader, die vermoord is.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Andere boeken van deze auteur: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |