![]() |
Boekverslag : Jan A. Verschoor - Le Blesse Du Parking
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 901 woorden. |
Titel: Le blesse du parking Auteur: Jan A. Verschoor Samenvatting per hoofdstuk: Hoofdstuk 1 Op de radio in Claude Michel’s auto wordt gezegd dat er weer een agent is vermoord. Het is al de 4de agent in een paar weken. Claude gaat eten in een restaurant genaamd ‘le modern’ met zijn jagersclubvrienden. Hij parkeert zijn auto onder een boom. Hij stapt uit de auto en ziet een man achter de boom liggen. De man zijn gezicht is bebloed en heeft zijn ogen dicht. De man draagt een joggingpak waar op staat: C.S.P.V. dat betekent club sportif de la police de Villeneuve. Claude schrikt. Het is een politieagent! Claude rent naar het restaurant en belt de politie. Hij geeft zijn naam en adres op. Hoofdstuk 2 Binnen een paar minuten arriveren de politie en de ambulance. De politie kan makkelijk de agent identificeren. Het is agent Pierre Nicaud van het politiebureau van Villeneuve-noord. De politie neemt foto’s van de gewonde man en Claud’s auto. Claud gaat naar het restaurant om alsnog te gaan eten. Claude vraagt zichzelf af of het een ongeluk was en of hij er iets mee te maken heeft. Op dat moment komen er 2 politieagenten binnen. Het zijn inspecteur Chavin en commissaris Bouvier. Claude legt een verklaring af. De commissaris zegt dat een valse verklaring Claude duur zou komen te staan. De commissaris verteld dat ze morgen met de gewonde agent gaan praten en dat hij wel achter de waarheid zal gaan komen. Claude moet morgen om 9 uur op het politiebureau komen. Hoofdstuk 3 Het is half 11. Julien Hebert staat op. Het is woensdag. Julien is al 17 jaar maar zit nog in de 3de klas. Het is een slechte leerling en heeft een hekel aan school, maar kan erg goed knutselen. Na het ontbijt gaat hij zijn huiswerk maken. s’Middags gaat Julien naar Chris die hem bijles wiskunde geeft. Hij gaat er met zijn brommer heen, maar bij Chris aangekomen zegt Chris’ moeder dat Chris niet thuis is. Julien gaat weer terug nar huis, daar ziet hij zijn vader’s auto staan. Hij wil er in gaan rijden. Hoofdstuk 4 Julien gaat in de auto van zijn vader rijden. Hij rijd naar Pauline, zijn vriendin. Paulien is leuk, mooi en heeft altijd een goed humeur. Ze is 17 jaar en zit bij Chris in de klas. Julien belt aan en Paulien’s moeder doet open. Ze zegt dat Pauline er niet is. Ze is bij haar vriendin Sylvie, en ze komt voorlopig nog niet thuis. Julien wil weer weg maar hij ziet dat zijn auto is klemgeparkeert door een bestelbusje. Het is niet zo’n goed ritje en knalt uiteindelijk tegen een paal aan. hij stapt uit de auto en ziet daar een gewonde man liggen. Julien begint te huilen want hij denkt dat hij een man heeft vermoord. Hij rijdt naar huis. Thuis aangekomen lijkt het hem beter de politie te bellen, maar zodra ze hem naar zijn naam vragen hangt hij op. Hoofdstuk 5 Het is 10 over 3 s’middags. Pierre Nicaud wordt wakker en ziet dat zijn arm in het gids zit, en dat hij verwond is. Dokter Matin verteld hem wat er is gebeurd en hij vraagt hoe het gaat. Een tijdje later komt de inspecteur binnenlopen en ondervraag Pierre. Pierre verteld dat hij is geraakt door een vliegend iets. De inspecteur gelooft hem niet en zegt dat ie ijlt. Pierre valt in slaap en de inspecteur gaat weg. Hoofdstuk 6 Een taxi parkeert voor Julien’s huis. Zijn vader stapt uit en is moe. Vandaag was het medisch onderzoek. Hij gaat meteen weer naar het werk met de auto en ziet dan de deuk. Hij vraagt aan zijn vrouw wat er is gebeurd. Maar zij weet het niet. Hij vraagt het ook aan Julien, maar die ontkent alles. Het is raar omdat de auto ook opeens andersom staat. De vader is boos en zegt de hele avond niets meer. Hoofdstuk 7 Het is 9 uur ’s ochtends. Claude komt op het politiebureau aan. Daar verteld dat de commissaris hem dat hij niet verdacht wordt. Op dat moment horen ze dat er een telefoontje is geweest van een 17 jarige jongen maar dat hij zijn naam niet heeft gezegt. Claude gaat weer weg. Dan komt de inspecteur binnen met een die er een beetje uitziet als een zwerver. De commissaris herkent hem. Het is Luc Grandjean de eigenaar van de koekjesfabriek. Hij verteld dat hij de moorden heeft gepleegd omdat een politieagent zijn vrouw en kind heeft doodgereden. Hij ging drinken, de fabriek ging falliet en hij kwam in een inrichting. Hoofdstuk 8 Het is 10 uur s’ochtends. Julien ligt op bed en heeft niet echt goed geslapen wanthij heeft een nachtmerrie gehad over het ongeluk. Hij vertelt het verhaal aan zijn moeder. Zijn moeder lat hem een krant zijn waarin staat dat de man niet dood is. Ze gaan samen naar het politiebureau en daar vertelt Julien dat hij alleen het paaltje had geraakt en niet de man. Vervolgens vertelt de commissaris dat zijn vader verantwoordelijk is, omdat Julien nog minderjarig is. Hoofdstuk 9 Het is 1 uur s’middags. De familie Chauric zit aan tafel. De kinderen vertellen aan hun ouders dat ze op de parkeerplaats aan het spelen waren met een vlieg. De vlieger ging omhoog en kwam in het gezicht van een man in een boom. De man viel op de parkeerplaats. De kinderen pakte de vlieger op en zagen dat de rode verf op de vlieger voor een stuk weg was. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |