Boekverslag : G.l. Durlacher - Strepen Aan De Hemel
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3262 woorden. |
Zakelijke gegevens Titel: Strepen aan de hemel Auteur: G.L. Durlacher Uitgeverij: Meulenhoff Jaar van uitgave: 1985 (1e druk), 1997 (8e druk) Hoofdgenre: epiek (omdat dit boek literatuur is, en literatuur is epiek) Subgenre: historisch (omdat het in de periode 1939-1945 afspeelt), oorlogs- (omdat het zich in een oorlog afspeelt, de Tweede Wereldoorlog) en autobiografisch (omdat het auto-biografisch is) novelle Korte uitleg waarom het boek gekozen is Ik heb dit boek gekozen omdat het me een leuk boek leek. Ook ben ik zeer geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog, en daar gaat het in dit boek over. Ik ook nog nooit een boek over kampervaringen gelezen, het leek me erg intrigerend. Eerste persoonlijke reactie Ik vond het boek interessant, omdat ik nog nooit een boek over kampervaringen had gelezen. Ik vond het boek sober, omdat het volgens mij toch wel moeilijk is om over zoiets te schrijven. En dus schrijf je er geen poespas omheen, maar gewoon wat er gebeurde en wat je toentertijd dacht. Ik vond het boek indrukwekkend, omdat er indrukwekkende stukken inzaten, die erg schokkend waren. Ik vond het boek schokkend, omdat hij toch redelijk precies beschrijft hoe het er in die aan toe ging Het boek zette me wel aan het denken, omdat het verschrikkelijk was/is om zoiets mee te maken. En zo moeilijk om daar over te schrijven. Samenvatting van de inhoud Het boek bestaat uit vier delen, Strepen aan de hemel, Het begin van een reis, De illusionisten en Bevrijdingen. De schrijver vertelt in Strepen aan de hemel, de inleiding, die zich later afspeelt. Dat volgens hem, in de Tweede Wereldoorlog, de geallieerden te weinig hebben gedaan om het doden van Joden en etnische meerderheden te stoppen of te vertragen. Hij heeft het ook over twee boeken: ‘Auschwitz and the Allies, how the Allies responded to the news of Hitler’s Final Solution’ van Martin Gilbert en ‘Het gruwelijke geheim, de waarheid over Hitlers Endlösung verdrongen’ van Walter Laqueur. Deze heeft hij grondig bestudeert en daaruit concludeert hij dat in 1942 de mensen in het Derde Rijk en de Geallieerden van de slachtingen konden weten, en dat men toch echt bar weinig heeft gedaan om het moordproces van de etnische minderheden te stoppen of vertragen. Het tweede deel is een autobiografische beschrijving van zijn jeugd in Nederland, tot aan hun arrestatie. Gerhard Durlacher woont als klein, joods, jongetje in Rotterdam, waar hij heen is gevlucht, samen met zijn vader en moeder, uit Baden-Baden, een badplaats in Zuid-Duitsland. Dat komt door de situatie in nazistisch Duitsland. Hij het bombardement van het centrum van Rotterdam mee (hun huis wordt ook geraakt) en ze proberen te vluchten, via IJmuiden. Maar helaas is alles al afgesloten. Ze verhuizen naar Apeldoorn, waar Gerhard nog een tijdje les krijgt. Hij slaagt voor het toelatingsexamen van de Koninklijke Hogere Burgerschool, maar hij mag niet aan deze opleiding beginnen omdat het voor Joden verboden wordt om les te krijgen in niet-joodse scholen en universiteiten. Hij krijgt privé-les van de directeur van de school en van dr. Wijler, een joodse leraar, die kort daarna zelfmoord pleegt. Het derde deel gaat over zijn kampervaringen tot de Bevrijding. Het gezin wordt opgepakt en ze worden gedeporteerd naar Westerbork, en van daaruit naar Theresienstadt. Vanuit Theresienstadt worden ze gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Waar Gerhard een nieuwe ‘naam’ krijgt, hij heet voortaan A1321. Hij verwondert zich over waarom ze zo goed behandelt worden, want de mensen aan de andere kant van het hek zien er allemaal zo erg uit; kaal en onder de ziektes en luizen, verhongerd zowat, terwijl hun gedeelte hun haar mag houden en er luizencontroles zijn. Zij hongeren zonder te verhongeren. Waarom wordt ‘Familienlager’B ІІ B beter behandelt? Dit blijkt een illusie als er een selectie plaatsvindt, de mannen boven de 45 en de jongens onder de 16, waaronder Gerhard’, zijn de selectie niet waard, maar door een speling van het toeval worden de jongens onder de 16 toch aan een selectie onderworpen, waar Gerhard door heenkomt en waardoor hij nu ‘mag’ werken voor de nazi’s. Zijn moeder komt niet door de selectie en wordt vergast, zijn vader ook. Gerhard moet in een steengroeve werken, wat zeer zwaar is. Al zijn maten om hem heen gaan een voor een dood. Gerhard heeft zelf ook een wond, een voetwond die ontstoken is. Op een dag, terwijl hij aan het werk is, voelt hij zich wegglijden in de diepe put die bewusteloosheid heet, als hij wakker is, is hij bevrijd…. Het vierde deel gaat over de tijd na de Bevrijding tot aan zijn thuiskomst. Hij komt in een speciaal ziekenhuis terecht voor de kampgevangenen. Als hij sterk genoeg is wordt hij naar Praag gebracht, waar ze in een klooster eten krijgen. Hij gaat op zoek naar een Nederlands consulaat en bereikt uiteindelijk een plek waar Nederlanders, die in de kampen hebben gezeten, zich kunnen melden voor hun eventuele terugkeer naar Holland. Hij krijgt wat bonnen die hij gul aan iedereen uitdeelt van vreugde. Terwijl hij daar is denkt hij aan de Hongaarse arts, ook een kampgevangene, die hem, in kamp Märzbachtal, het leven heeft gered. De man had hem ‘geopereerd’ aan zijn voet, die, volgens Gerhard, eruitzag als ‘een donkere ballon van bloed en pus’. Voor hem wordt geregeld dat hij met het vliegtuig naar Parijs kan, want een tocht per legertruck vanuit Praag naar Holland is te vermoeiend. In Parijs krijgt hij weer wat bonnen en geld, waarvan hij leren schoenen koopt, een luxe, want de legerkistjes die men uitdeelt passen niet om zijn verbonden voet. Hij gaat met de trein terug naar Holland, naar Eindhoven, waar een vroegere buurtgenoot hem herkent. Die zorgt ervoor dat hij weer in Apeldoorn terugkomt. Daar wordt hij voor het politiebureau afgezet, de plek waar vier jaar geleden hun reis begon, maar in de tussentijd was hij in Westerbork, Theresienstadt, Auswitz, Märzbachtel, Dörnhau en Schotterwerk een man geworden en had hij daar zijn puberteit ‘doorgebracht’. Aan het einde van het boek zegt hij: ‘Ik wilde -en wil- het ”waarom” en het “hoe” van onze catastrofe weten en daarmee mijn eigen coördinaten leren kennen. Hoe hadden wij geleefd en overleefd, hoe was onze bevrijding, onze thuiskomst? En waarom hield de wereld zich blind en doof tijdens de zwartste uren in de oorlog en daarna? Onderzoek in bibliotheken en archieven liet heel veel vragen open en heel veel antwoorden deden pijn.’ Bespreking van de volgende verhaalaspecten: Fictie en werkelijkheid: Het boek is voor het grootste gedeelte autobiografisch, daarbij wordt het (levens-)verhaal van de auteur verteld door de auteur zelf. Alleen een auteur voegt zelf ook fictieve elementen toe, Dus het verhaal is niet non-fictief. Het is gebeurd dus in de werkelijkheid zou het zo nog een keer zich kunnen afspelen. Spanning en open plekken: De auteur zorgt voor spanning door een beetje ‘vaag’te vertellen wat er gebeurd, hij gebruikt veel beeldspraak en understatements die soms spanning opwekken. Ook verzorgt hij spanning door op cruciale momenten, de climaxmomenten, langer te laten duren. Personages: Gerhard Durlacher: Hij is de hoofdpersoon, dus een karakter, want hij heeft meerdere karaktereigenschappen: verlegen, rustig, heeft doorzettingsvermogen, somber, nieuwsgierig, nuchter. Ook maakt hij een karakterontwikkeling mee, hij wordt een man, daar in die kampen. Arthur Durlacher: Is de vader van Gerhard, hij heeft meerdere karaktereigenschappen: bezorgd, tobberig, apart, evenwichtig. Maar hij is toch een type, want hij maakt geen ontwikkeling mee en hij is voorspelbaar. Erna Durlacher: Is de moeder van Gerhard en de vrouw van Arthur, zij heeft meerdere karaktereigenschappen: onderdanig, meegaand, somber, bezorgd. Maar toch een type, want, net zoals haar man, maakt zij geen ontwikkeling mee en is ze voorspelbaar. Opbouw: Het verhaal loopt niet-chronologisch, omdat de auteur zijn verhaal wetenschappelijk wil onderbouwen. In het begin komt de schrijver met een analyse van twee boeken, dit speelt zich na de gebeurtenissen in dit boek, af. Dan begint het verhaal pas echt, bij Het begin van een reis, dat is ab ovo. De analyse van de boeken is een inleiding die niet veel met het verhaal te maken heeft. De grote spanningsboog is de antwoorden op de verschillende vragen die hij stelt, intussen komen er steeds kleine spanningsbogen, hun arrestatie, het transport naar Theresienstadt, de selectie in Auswitz, enz. Het climaxmoment is het moment waarop hij de gevolgen van de antwoorden op zijn vragen aan bod komen, aan het einde van het verhaal. Tijd: Het verhaal speelt zich in de Tweede Wereldoorlog af, en de tijd kort daarna. De vertelde tijd is ongeveer van 10 mei 1940 tot juli 1945. De verteltijd is 91 bladzijden. De schrijver maakt gebruik van alle mogelijkheden om tijd te manipuleren. Het verhaal is dus niet-continu. Thema en motieven: Het thema is: het proberen van vragen te beantwoorden door erover te schrijven. Ik heb hiervoor gekozen omdat het hier eigenlijk over gaat, de vragen ,die aan het einde van de inhoud staan, te beantwoorden. Vertelsituatie: Het verhaal is min of meer autobiografisch. De verteller is Gerhard Durlacher. De vertelsituatie is de ikvertelsituatie, de ikpersoon, in dit geval Gerhard Durlacher,vertelt alles en je ziet alles door zijn ogen Ruimte: Het verhaal speelt zich af in Rotterdam, Apeldoorn, Westerbork, Theresienstadt, Auswitz, Märzbachtel, Dörnhau, Schotterwerk, Praag, Parijs en Eindhoven. De sfeer die wordt opgeroepen is misleidend, hij kan nog zo leuk zijn, altijd voel je de kans dat ze opgepakt zouden kunnen worden, en later, in de concentratiekampen, dat er iets ergs gaat gebeuren. Grondige beschrijving van je leeservaringen Onderwerp: Het onderwerp spreekt me zeer aan, ik ben erg geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog en alles daaromheen, maar vooral het krijgsgebeuren . Ik heb er dus al vaak over nagedacht, want het onderwerp vind ik boeiend. Het onderwerp heeft me wel nieuwe kanten laten zien, hoe een Jood die dit zelf heeft meegemaakt er over denkt. En ik wist niet dat de Geallieerden weinig deden om het doden in de concentratie- en vernietigingskampen te stoppen. Ik heb geleerd dat sommige Joden die dit mee hebben gemaakt erg verbitterd zijn, zoals de schrijver van dit boek, G. L. Durlacher. Hij kan er maar niet over ophouden dat de Geallieerden, in zijn ogen, veel te weinig hebben gedaan. En ik heb ook geleerd dat de Joden na de Tweede Wereldoorlog er nog eigenlijk steeds alleen voor stonden. Ik had verwacht dat het onderwerp zo uitgewerkt zou worden. Ik had het meer als een soort autobiografie geschreven. Maar er zitten een heleboel achtergrondzaken doorverweven, en het boek bevat eigenlijk een beschuldigende vinger die naar de Geallieerden wijst. Dat had ik zeker niet verwacht. Ik ben het niet helemaal eens met de mening die het boek uitdraagt, die luidt dat de Geallieerden te weinig gedaan zouden hebben om het doden van etnische minderheden te stoppen. Ik denk dat de schrijver voor een deel gelijk had, maar ik denk toch dat ik de Geallieerden ook kan begrijpen. Want wie gelooft nou mensen die beweren dat er elke dag (tien)duizenden mensen worden vermoord, vergast, doodgaan van de honger, van de dwangarbeid. Als je zoiets hoort wìl je dat gewoon niet geloven. Gebeurtenissen: Het bevat genoeg gebeurtenissen om te blijven boeien, maar op momenten wordt het wat eentonig, doordat de schrijver maar blijft praten over dat hij vindt dat de Geallieerden te weinig gedaan hebben om die gebeurtenissen in de concentratiekampen te stoppen. De gebeurtenissen komen redelijk logisch uit elkaar voort, vond ik. Omdat niet helemaal fictie is, waarbij je een heleboel rare dingen kan laten gebeuren. Ik vond de gebeurtenissen boeiend, omdat je wil verder weten wat er met hem gebeurt, bijv. als ze zijn opgepakt. Ik vond de gebeurtenissen ook schokkend, bijv., in de inleiding van het boek, een Engelse diplomaat zou gezegd hebben: “In my opinion a disproportional time of the Office is wasted on dealing with these wailing Jews.” En de gebeurtenissen in de kampen, bijv. dat de Duitsers wel dekking zochten als er een ontploffing in de steengroeve plaatsvond, terwijl de gevangenen gewoon moesten blijven staan. Ook de terugkeer van Gerhard, daaruit blijkt gewoon dat Nederland weinig deed voor terugkerende ‘kampveteranen’. Ik vond de gebeurtenissen ook onaanvaardbaar, want het is niet te geloven dat mensen (de nazi’s) tot zoiets in staat zijn. Het boek heeft me aan het denken gezet, over de wat die man niet allemaal heeft meegemaakt en hoe dat is om nu daarmee te leven. De gebeurtenis dat hij alsnog naar de selectie mocht vond ik het meest indrukwekkend omdat die jongens toen, figuurlijk, vanuit de put des doods weer naar het leven zijn gekropen. Personages: Aan de ene kant zou ik wel op de hoofdpersoon willen lijken, omdat hij, ondanks zoveel tegenslagen, er toch altijd bovenopgekomen is. Maar andere kant wil ik niet op hem lijken, want hij is zo verbitterd door al die gebeurtenissen. En ik zou ook niet willen leven met zulke herinneringen, dat lijkt me zo moeilijk om daar mee om te gaan. Ik bewonder de eigenschap dat hij een doorzetter, een bijtertje, is. Die altijd, no matter what, door blijf gaan. Die blijft knokken voor zijn leven, en dat van anderen. Ik vind de eigenschap dat hij op sommige punten zo negatief, en dan ook supernegatief, is. De hoofdpersonage ging voor me leven. Ik kon me in zijn situatie verplaatsen. De rest die kom je niet zo goed te kennen. Maar dit is ook eigenlijk een autobiografie, en dan gaat het meestal maar over één persoon. Iedereen is eigenlijk een echt mens, ze hebben (waarschijnlijk) bestaan en hun (menselijke) daden kun je bij de meeste begrijpen. Behalve dan bij die van de meeste nazi’s, bijv. Mengele, de nazi die de Joden en etnische minderheden keurde in Auschwitz. De personages reageren soms voorspelbaar, zoals vader, die gelijk wil vluchten als Rotterdam is gebombardeerd. De hoofdpersonage gedraagt zich soms ook voorspelbaar, maar dat is logisch, want als je wilde blijven leven in die kampen, moest je gehoorzamen aan de nazi’s. Ik vind het toch redelijk jammer dat het soms voorspelbaar is, want zo krijgt het boek niet genoeg verrassingen. Van Gerhard kom je het meest te weten, maar het boek is dan ook vanuit zijn perspectief geschreven, dus je komt te weten wat hij denkt en voelt. Ik kon daardoor zijn gedrag goed begrijpen, zeker dat hij zo verbitterd is. Ik ben het eens met de beslissing om naar Nederland te vluchten, maar ik was toch liever naar Engeland of zo gegaan. Maar dat was toen niet meer mogelijk. Ik ben het niet eens met de beslissing dat ze niet ondergedoken zijn. Dat had ik wel gedaan. Ik ben het ook eens met de beslissing om na de Bevrijding zo snel mogelijk terug naar Neder-land te gaan, omdat je dan snel ‘alles’ achter je kan laten. Het grote probleem is eigenlijk het trauma dat G. L. Durlacher eraan overgehouden heeft, ik vind dat hij die op de goede manier oplost, door het van zich af te schrijven, ook al bestaat het gevaar dat je al die emoties weer opnieuw gaat beleven en er in blijft. Hij was toentertijd Joods. Ik geloof nergens in. Hij gelooft dus in een Jahweh die alles regelt. Ik niet. Dan heb je al een andere kijk op de wereld, door je geloof, of juist niet. Opbouw Ik vind dat alles goed samenhangt, alleen een keer was het een beetje verwarrend, aan het begin van De illusionisten, toen hij ineens weer beschreef dat hij in deze tijd was. Het verhaal verloopt over her algemeen chronologisch, met stukjes erbij waarin hij ‘in deze tijd’ schrijft, maar toch wel op de goede plekken, aan het begin van een verhaal om het een en ander duidelijk te maken. Ik vond het verhaal spannend, doordat er een heleboel angstige momenten in zitten. Het verhaal vond ik ook boeiend, omdat je wil weten hoe het hem verder vergaat en hoe hij de oorlog overleefd. De bouw vond ik redelijk te volgen, eerst een stuk vanuit wetenschappelijk oogpunt, dat nu geschreven is, en dan de toepassing op zijn verhaal. Of andersom, en dat elk deel. Ik vond het wel knap dat zijn belevingen zo onderbouwt met wetenschappelijke feiten en dingen. Het was dus interessanter om te lezen. Ik vond dat de bouw goed bij het onderwerp passen, het verschaft je veel meer inzicht in het probleem van de hoofdpersoon. Het verhaal bestaat, op de wetenschappelijke stukken na, uit herinneringen. Dat vind ik mooi, want zo leer je zijn geschiedenis kennen. Ik vond het een mooi einde, omdat hij afsluit met de vragen die hij aan het begin stelde. En die antwoorden deden hem pijn, maar de nieuwsgierigheid bleef, naar de antwoorden op de (nog) onbeantwoorde vragen. Taalgebruik Het verhaal bevat een heleboel beeldspraak en clichés, maar hetgeen wat ermee bedoelt werd vond ik bijna altijd duidelijk. Toch was het daarom toch wel moeilijk te lezen, omdat je moest nadenken wat die beeldspraak nou zou kunnen betekenen. Maar het was wel mooi, want hij gebruikt een heleboel understatements, en die komen sterk over. Hij zei zelf over zijn taalgebruik: “ik puzzel net zo lang totdat ik precies de goede woorden heb om de emotie of situatie te beschrijven.”, hij besteedt er dus veel aandacht aan. Weergave van gedachten en gevoelens neemt de meeste plaats in, er vinden geen ‘gesproken’ conversaties plaats, hij verteld het zo: hij zei dat : …… Als er nieuwe mensen in het verhaal komen geeft hij een korte uiterlijke beschrijving, soms geeft hij er een karaktertrek bij, maar hij er niet diep op in. Ik vond het een goede verhouding, want het gaat toch vooral over de gevoelens die erbij een rol spelen, ook al gaat hij op die gevoelens niet zo diep in. Ik vond dat de taal wel bij het onderwerp paste, mooie taal hoort bij een mooi boek, en dat vond ik Strepen aan de Hemel. Informatie over de auteur Gerhard Durlacher werd op 10 juli 1928 geboren in Baden-Baden, als enig kind in een vrijzinnig joods gezin. Zijn vader was zangpedagoog, binnenhuisarchitect en directeur van een meubelzaak, zijn moeder was violiste en huisvrouw. Toen de nazi’s aan de macht kwamen wilde de familie naar Amerika vluchten, dit lukte niet. In 1937 zijn ze naar Rotterdam gevlucht. Over wat er in de jaren daarna , tot 1945,met Gerhard gebeurde kun je lezen in de samenvatting. Na de oorlog verbleef hij bij enkele gastgezinnen, en in 1947 slaagde hij voor het eindexamen hbs-b. Hij heeft Medicijnen gestudeerd allen hij kon deze opleiding niet afmaken door lichamelijke problemen die hij van de oorlog heeft overgehouden. Vanaf 1954 studeerde hij in Amsterdam Politieke en Sociale wetenschappen, hij hoopte daarmee de ‘antwoorden’ te vinden. Vanaf 1964 gaf hij les aan de Universiteit van Amsterdam. Hij hield zich o.a. bezig met de armoede in Nederland. In 1984 ging hij om gezondheidsredenen met vervroegd pensioen. In 1995 kreeg hij een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam vanwege zijn weten-schappelijk werk. Eind jaren zeventig was Durlacher voortdurend ziek, een arts raade hem toen aan om naar psychiater Bastiaans te gaan. Dat deed hij ook. Bastiaans gebruikte de omstreden LSD-methode, dit is een methode waarmee mensen hun geheugen wordt ‘teruggeroepen’ via LSD. Durlacher zei hierover:’Bastiaans heeft bij mij de bunker laten ontploffen. Praten en schrijven over het verleden waren voor mij, die tot dan toe had gezwegen een “een godsgeschenk”: ze hielpen mij de harde schijf van het geheugen te ontlasten.’ En in 1991, na het verschijnen van zijn vierde boek , merkte hij op: ‘Als ik was blijven zwijgen was ik waarschijnlijk allang dood geweest.’ In 1994 ontvangt hij de AKO-literatuurprijs voor het boek Quarantaine. Hij overleed op 2 juli 1996. Hij was getrouwd en had drie dochters: Jessica, Eva en Channah. Gerhard Durlacher schreef vooral boeken over zijn leven, van zijn jeugd tot na zijn studententijd. Maar de meeste gebeurtenissen in zijn boeken hebben toch wel te maken met zijn kampjaren. De critici waren, zonder uitzondering, positief over ‘Strepen aan de Hemel’. Ik heb hierbij ook enkele recensies bijgesloten. Ze hadden vooral grote waardering voor de combinatie van persoonlijke getuigenis en objectieve geschiedschrijving. Gerhard Durlacher heeft deze boeken geschreven, in volgorde van verschijnen en met jaar van uitgave: Strepen aan de Hemel (1985) Drenkeling (1987) De zoektocht (1991) Quarantaine (1993) Niet verstaan (1995 Na zijn overlijden verscheen zijn Verzameld werk in 1997, die al zijn boeken bevatte, en in 1998 volgde: Met haat valt niet te leven, een boekje waarin een viertal artikelen die hij voor kranten had geschreven en een aantal interviews met hem werden gebundeld. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |