Boekverslag : Jos Vandeloo - Het Huis Der Onbekenden
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1435 woorden.

Over de auteur

Jos Vandeloo werd geboren te Zonhoven op 5 september 1925 in een mijnwerkersgezin. Na de middelbare school te Hasselt, kreeg hij een opleiding als scheikundige in de mijnindustrie. Als steenkolendeskundige werd hij naar het buitenland gezonden, o.a. naar het Ruhrgebied. Herinneringen aan zijn mijntijd vindt men o.a. terug in "Een mannetje uit Polen" (1965) en "De muggen" (1973). Hij ervoer zijn technische opleiding echter als te beperkt en ging aan de Koninklijk Academie en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen Nederlandse en Franse letteren studeren. Hij debuteerde in 1955 met de dichtbundel "Speelse parade", Wwaarna hij zich vestigde te Antwerpen en voor de uitgeverij Manteau ging werken. Ondertussen was hij in 1949 gehuwd met Lisette. Uit dit huwelijk werd in 1950 zoon Ferdy geboren. In 1954 kwam dochter Anita ter wereld, in 1964 gevolgd door zoon Dirk.

Sinds 1982 is hij fulltime schrijver. Bekend werd hij met het verhaal "De muur" (1958), dat eigenlijk getuigt van een weinig optimistische levensvisie, en met "Het gevaar" (1960) waarin de schrijver als één van de eersten de gevaren van de atoomenergie naar voren brengt. Zijn literaire loopbaan wordt tweemaal onderbroken door een inzinking, nl. in 1963 toen zijn

oudste zoon een ernstig verkeersongeluk kreeg, en in 1969 toen hij zelf het slachtoffer werd van een verkeersongeluk.

De voornaamste thema's in het werk van Jos Vandeloo zijn eenzaamheid, vervreemding, angst en de gevaren van de moderne maatschappij. Dit alles doorweven met een drang naar een soort irreële paradijselijke leefwereld. Op een sobere doch doordringende wijze heeft hij het over de bedreiging van onze maatschappij door de toenemende technische mogelijkheden.

Jos Vandeloo is met zijn verhalen en romans in heel Europa bekend. Zijn werk is in de meeste Europese talen vertaald, tot het Russisch toe. Hij behoort tot één van de meest gelezen auteurs van zijn generatie met o.a. "De croton" (1962), "De coladrinkers" (1968), "Mannen" (1975), "Les Hollandais sont là" (1985), "De vogelvrouw" (1993). Naast romans, verhalen en gedichten schreef hij een groot aantal scenario's voor de Vlaamse en Nederlandse televisie, toneelstukken en kinderverhalen. Zijn werk werd bekroond met verscheidene literaire prijzen. Zijn meeste recente werken zijn uit “Mannen & vrouwen” (1995) en

”De liefdesboom” (1998).



Over het boek



Ik heb dit boek gekozen in een lijst met boeken, die ik voor de vakantie kreeg. Daar heb ik deze uitgepikt. Ik heb hem gekozen voor mijn boekverslag, omdat het me erg aan het denken heeft gezet. Verder is het ook het meest recente boek uit de Nederlandse literatuur, dat ik gelezen heb.



Samenvatting

Paul Everaart herkent op een dag zijn eigen vrouw en kind niet meer. In hun plaats zijn een aantrekkelijke vrouw en een brutaal jongetje gekomen. Hij denkt dat het allemaal één grote grap is, maar ook zijn vrienden zijn totaal veranderd en iedereen herkent hem wel. Dan vertrekt hij voor een aantal dagen naar Amsterdam. Bij thuiskomst is alles veranderd en blijkt dat hij twintig jaar is weggeweest. Everaart ziet er echter nog uit, alsof hij twee dagen is weggeweest. Via de dokter komt hij erachter dat zijn vrouw dood is en gaat hij opzoek naar zijn zoon, die hij treft in zijn kantoor. De vergelijking is echter zo overweldigend, dat Everaart het kantoor uitvlucht, met zijn zoon op zijn hielen. Bij de kade verliest hij zijn evenwicht en valt in het water. Gelukkig kunnen ze hem in het ziekenhuis nog net redden van de dood, maar als hij na een paar dagen uit zijn coma ontwaakt, is hij wel twintig jaar ouder.



Titelverklaring

De hoofdpersoon Paul Everaart is een man voor wie de wereld plots een huis vol onbekenden wordt.Hij herkent zijn eigen vrouw en zoon en later ook zijn eigen vrienden niet meer. Totale vervreemding van de wereld zoals hij eerst dacht dat die eruitzag.

Het boek heeft geen ondertitel, maar wel een motto:

How little do we know that which we are!

How less what we may be! The eternal surge of time

and tide rolls on and bears afar our bubbles.

BYRON/DON JUAN XV

Het slaat waarschijnlijk op de vreemde tijdssprong in het verhaal. Wat weten wij immers van de tijd, want voor de één uren lijkt te duren, is voor de anders slechts een paar minuten.



Thema

Het thema van dit boek is menselijke vervreemding, omdat de hoofdpersoon wel de omgeving, maar niet meer de mensen herkent. Hetzelfde radioprogramma staat nog aan, een luidruchtige buitenlandse zender. Het boek ligt nog op de sofa, zijn pantoffels staan nog bij de zetel, er is niets veranderd. Alleen Ellen is weg. Haar vertrouwde bewegingen herkent hij niet in de gebaren van deze onbekende vrouw.

In dit stukje komt heel duidelijk naar voren, dat de omgeving in zijn belevenis nog normaal is. Hij herkent zijn vrouw echter niet meer, het is een vreemde voor hem geworden. Dit geldt voor alles wat hij doet. Hij kent de weg en de omgeving, maar de mensen zijn allemaal vreemden.

Bijna alles in het verhaal slaat terug op vervreemding. Zo zou je herhaling van het niet herkennen van personen een motief kunnen noemen, maar eigenlijk is het meer een variatie op het hoofdthema. Wat wel als een duidelijk motief te herkennen is, is de nieuwe hevige verliefdheid op zijn eigen vrouw. Ze is bijzonder verleidelijk, denkt Everaart, geen wonder dat ik voor haar ontvlamde als de eerste de beste puber voor een paar meisjesbenen. Doordat hij haar niet meer herkent, gaat hij haar op een heel nieuwe manier bekijken. Ze wordt daardoor weer een heel aantrekkelijke vrouw.

Verder zou je de grote tijdssprong ook een motief kunnen noemen. Het versterkt namelijk het gevoel van vervreemding, daarna is hij echt anders geworden. Niet meer alleen in zijn sociale leven, maar ook in de tijd waarin hij leeft.



Personages

Paul Everaart is de hoofdpersoon. Hij is een knappe man van achterin de dertig. Hij is een verstandige, serieuze man die niet goed raadt weet met de plotseling vreemde wereld om hem heen. Toch reageert hij er vrij rustig op en past zich na een tijdje goed aan. Hij denkt namelijk dat het allemaal een practical joke is en besluit om mee te spelen. ‘Maak je maar niet boos,’zegt hij tegen de knaap, érger je maar niet, want ik begrijp het allemaal wel. […] Everaart heeft zich volledig met het spel van de jongens verzoend. Zelfs wanneer de grap wel erg lang duurt, is hij wel verbaast, maar legt zich er toch bij neer. Dit heeft er ook mee te maken dat hij de ‘nieuwe’ vrouw erg aantrekkelijk vindt.

De nieuwe vrouw of eigenlijk gewoon Ellen is dus erg mooi vrouw. Ineens dringt het tot hem door, hoe mooi ze is. Zeer vrouwelijk, het treft hem. Haar gestalte volledig evenwichtig uitgebouwd, een bijzonder knap en aantrekkelijk lichaam, soepel en slank, malse zwarte haren. Ze is ook erg lief en zorgzaam voor Everaart. Ook voor haar zoontje Hans zorgt ze liefdevol.

Everaart beschouwt de jongen als een brutaal jochie, verder wordt er eigenlijk niet zo veel over hem gezegd. Wanneer Hans oud is geworden lijkt hij erg op zijn vader, wat nog versterkt wordt, doordat Everaart niet ouder is geworden. Hans kijkt naar zijn spiegelbeeld. Zijn vader? Deze man, ietwat ouder dan hijzelf? Het is ongelooflijk, het is bijna niet aan te nemen.



Opbouw en tijd

Het speelt zich van midden tot eind twintigste eeuw af en het tijdsverloop wordt precies aangegeven. Het verhaal begint op zaterdag 24 maart en op de datum 13 augustus keert hij weer thuis terug en is het ineens 20 jaar en 5 maanden later, 2 dagen daarna ontmoet hij zijn zoon en de dag daarna ligt hij in het ziekenhuis dan is het dus 16 augustus waarop dan ook het verhaal eindigt. Het wordt verteld in chronologische tijdvolgorde, wel denkt Everaart vaak aan de tijd toen alles nog ‘gewoon’ voor hem was. Het stuk waarin in twee dagen twintig jaar verstrijken, zou je een tijdsverdichting kunnen noemen. In het verhaal komt het echter niet zo over, je hebt meer het idee dat er gewoon een dag verstrijkt. Verder wordt alles in de verhaalvorm verteld. Meestal vanuit Paul Everaart, maar af en toe ook vanuit een ander persoon. Zo wordt aan het einde het verhaal vooral vanuit Hans Everaart verteld.



Ruimte

Het verhaal speelt zich het grootste gedeelte af in het huis aan de Keizerstraat. Op het werk van Paul in Amsterdam en in Antwerpen. Aan het eind komt hij ook nog op het werk van zijn zoon in Brussel en belandt hij in het ziekenhuis. Deze ruimtes hebben op zich geen belangrijk aspect in het verhaal. Ze zijn wel belangrijk om het feit dat de omgeving het enige is dat Everaart herkent.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen